Persoonlijk Leiderschap
start 25 september 2019

De bijlesgeneratie
opkomst van onderwijscompetitie

Bart Schipmölder, 14 augustus 2019

Louise Elffers De bijlesgeneratieOp 6 november 2019 was Louise Elffers een van de inleiders op onze inspiratiedag over gelijke kansen in het onderwijs. In 2018 schreef zij daar een heldere analyse over met duidelijke adviezen in haar boek ‘De bijlesgeneratie’1. Tijdens de inspiratiedag was de vraag aan Elffers of sinds het verschijnen van haar boek de dynamieken die leiden tot een toename van de ongelijkheid ten goede zijn gekeerd. Of dat juist de ongelijkheid in het onderwijs verder is toegenomen in de vorm van nog grotere opwaartse onderwijsdruk en ongelijkheid op basis van inkomen en opleiding van de ouders.

In De bijlesgeneratie beschrijft Elffers de dynamieken en hun effecten die de kansenongelijkheid in de hand spelen. Hierna een korte samenvatting van haar betoog.

De wereldwijde onderwijscompetitie

Het behaalde opleidingsniveau is een bepalende rol gaan spelen in veel domeinen van ons leven. De route naar het hoger onderwijs is een route naar een glansrijke toekomst. In de afgelopen decennia is de deelname aan het onderwijs is in Nederland sterk toegenomen en is het onderwijs ingericht volgens het meritocratisch ideaal, waarin talent en inzet belangrijker zijn voor succes, dan sociale herkomst. Een goede ontwikkeling. Maar nu in die geschoolde samenleving onderwijs zo belangrijk is geworden voor een baan en een succesvol sociaal leven, ontstaat er een opwaartse druk. Mensen proberen zo hoog mogelijk opgeleid te raken om de concurrentie aan te kunnen met steeds meer goed opgeleide mensen en dat leidt tot diploma-inflatie. In een samenleving waar het vergaren van meer, beter en hoger onderwijs een belangrijke weg is tot maatschappelijk succes, ontstaat de hevigste competitie rond de toegang tot het onderwijsniveau dat deze weg mogelijk maakt. In Nederland is dat al in de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. Leerkrachten in groep 8 ervaren steeds vaker dat ouders het advies voor het voortgezet onderwijs niet voor zoete koek aannemen. En terecht volgens Elffers. De toekomst van hun kind hangt er van af.

Het onderwijs als sorteermachine

In Nederland wordt vroege selectie toegepast. Deze vroege selectie is voor ons heel normaal, maar is zeker niet vanzelfsprekend. Er zijn veel landen waar pas later, soms zelf na het voortgezet onderwijs, de verdere onderwijsroute van het kind bepaald wordt. In Nederland kiest het kind en de ouders na de basisschool al voor de te volgen onderwijsroute. Daarbij speelt het advies van de basisschool een belangrijke rol. Dat noemen we differentiatie. Nederland kent veel verschillende routes, en dus is bepaling van de passende route, determinatie, van belang. De druk om goed te determineren is hoog. Ouders willen het beste voor hun kind, basisscholen willen een juist advies geven en vo scholen willen het risico van later afstromen naar een lager niveau beperken.
Een goede keuze is belangrijk omdat uit onderzoek blijkt dat als een kind eenmaal in een route zit, hij of zij er niet zo makkelijk meer uit komt en te maken krijgt met de verwachtingen die zijn of haar prestatie en toekomst behoorlijk bepalen.
Door de opwaartse druk ontstaat een vmbo-vermijdingscircus. Hoe zeer we ook onderkennen dat goed vakmanschap telt, de dynamiek in het onderwijssysteem drijft ouders, scholen en leerlingen toch naar de hogere opleidingsniveaus. Daarbij krijgen hoger opgeleide ouders meer voor elkaar als het gaat om een hogere plaatsing van hun kind.

Maar zoals Elffers cabaretier Pieter Derks citeert: Wat als er ‘straks 2 mio communicatiewetenschappers [zijn], maar niemand die de kraan repareert?’

Onderzoek naar onderwijsstelsel in welvarende landen laat zien dat nergens de verschillen in leerkansen in het voortgezet onderwijs zo groot zijn als in Nederland en enkele andere landen waar vroege selectie toegepast wordt. En volgens Elffers is het niet nodig om zo vroeg te differentiëren omdat blijkt dat de gemiddelde en bovengemiddelde vmbo’er zich prima kan meten met de gemiddelde havist of vwo’er.

De opkomst van het schaduwonderwijs

Als alleen het hoogste goed genoeg is voor hun kind, dan zullen ouders er alles aan doen om hun kind daar te brengen. Als de school niet toereikend is, dan betalen zij graag voor extra ondersteuning. In het schooljaar 16-17 gaven ouders in Nederland zo’n 186 miljoen euro uit aan aanvullend onderwijs in de private sector2.
De toegenomen belangstelling voor schaduwonderwijs is een direct gevolg van de onderwijscompetitie. Een ontwikkeling die trouwens over de hele wereld te zien is. In De bijlesgeneratie beschrijft Elffers welke effecten dit mogelijk heeft op de leerlingen en het regulier onderwijs. Is de opkomst van schaduwonderwijs nu een teken van falend regulier onderwijs, schuiven docenten te makkelijk hun verantwoordelijkheid door, vertrouwen ouders er onvoldoende op dat in het reguliere onderwijs ‘alles eruit gehaald wordt wat er in zit’ of is het logisch dat ouders extra investeren in de schoolloopbaan van hun kind gezien de toegenomen competitie op de arbeidsmarkt en de opwaartse druk in het onderwijs?
De kansenongelijkheid neemt door deze ontwikkeling verder toe, want het schaduwonderwijs is bovenal toegankelijk voor de kinderen van ouders met een gevulde portemonnee.

Ruim baan aan de 21e-eeuwse schoolloopbaan

In het laatste hoofdstuk van haar boek vat Elffers het voorgaande nog eens samen en doet heldere aanbevelingen. ‘De neiging om het vmbo te willen vermijden leidt tot ongemak in het onderwijs en de samenleving’ stelt Elffers. ‘Het beroepsonderwijs moet geen vonnis zijn voor leerlingen die niet goed genoeg worden bevonden voor algemeen vormend onderwijs, maar een positieve keuze voor leerlingen die hebben kunnen ervaren dat dit type onderwijs het beste aansluit bij hun ambitie en potentie.’ Daarom pleit Elffers voor een brede toegankelijkheid in het funderend onderwijs en het verleggen van de selectie naar later. Elk kind zou in het voortgezet onderwijs moeten kunnen ontdekken welke route, theoretisch of praktijkgericht, het beste aansluit. Verder stelt ze voor om de rol van het niveauadvies na groep 8 van de basisschool te beperken, of in ieder geval meer te standaardiseren. En vindt zij dat de Onderwijsinspectie haar methodiek van rendementsberekeningen zou moeten aanpassen. Nu krijgen scholen strafpunten als leerlingen tussentijds naar een lager niveau gaan en dat leidt tot lagere adviezen en risicomijdend gedrag.

‘De samenhang tussen leerkansen en sociale ongelijkheid blijkt zelfs in geen enkel ander welvarend land zo groot als in Nederland’.

Kinderen van hoger-opgeleide ouders hebben meer kans te op toegang tot en succes in het hoger onderwijs. Volgens Elffers is het belangrijkste dat leerlingen – en hun ouders – erop kunnen vertrouwen dat het onderwijs ze in staat stelt om zich te ontwikkelen in de richting die past bij hun ambities en potentie. Maar slaagt het onderwijs, de onderwijssector, in deze opdracht?

Elffers schreef een zeer toegankelijke heldere analyse die we zeer kunnen aanbevelen aan mensen die zich verder willen verdiepen in de gevolgen van de onderwijscompetitie en het onderwijsstelstel in Nederland.

Bronnen:

 

  1. Elffers, L. (2018). De bijlesgeneratie, Amsterdam: AUP. Hier te bestellen.
  2. Geus, W. de & Bisschop, P.  (2018). Licht op schaduwonderwijs. Utrecht: Oberon. p13.

 

Bart Schipmölder
Directeur-bestuurder NSO-CNA Leiderschapsacademie

Naar onze andere blogs

 

0 0 stemmen
Artikel waardering
Deel dit bericht
Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x
Spring naar toolbar