Persoonlijk Leiderschap
start 25 september 2019

Een krachtige rol voor schoolleiders, en bij wie ligt de bal nu?

Bart Schipmölder, 6 mei 2018

Het advies van de Onderwijsraad, uitgebracht aan de Minister van Onderwijs, draagt de titel ‘Een krachtige rol voor schoolleiders’. Het rapport is een pleidooi voor de belangrijke rol van schoolleiders en een uitnodiging aan deze schoolleiders om een meer strategische rol van betekenis te gaan spelen. Om het vak meer gewicht te geven en bij te dragen aan een geslaagde beroepsvorming stelt de raad voor om te komen tot een sectoroverstijgend beroepsbeeld en een integraal systeem voor leiderschapsontwikkeling. Wij, NSO-CNA Leiderschapsacademie, juichen het advies in grote lijnen toe. De conclusie dat er een integraal systeem moet komen met meer geaccrediteerde opleidingen delen wij niet. In de markt zijn er al veel professionele aanbieders en geaccrediteerde opleidingen. In plaats van investeren in nog meer concurrentie, zou ik willen investeren in het faciliteren van de bundeling van onderzoek, onderwijs en scholing.

Hoe nu verder? Bij wie ligt de bal? Bij een eerste snelle blik dacht ik dat in het advies de bal vooral ligt bij de persoon van de schoolleider. Deze kan zich meer ontwikkelen tot een krachtige strategisch onderwijskundig leider. Bij nadere bestudering werd mij duidelijk dat het de raad niet alleen gaat om de persoon, maar ook om de rol. En terecht stelt de raad dat ontwikkeling van de (rol van de) schoolleider en van de organisatie hand in hand gaan. Het advies richt zich dus ook tot de bestuurder met de opdracht de schoolleiders meer te betrekken en meer ruimte te geven bij strategievorming. Daarmee ligt er dus een opdracht voor bestuurder én schoolleider: elkaar meer uit te dagen en te bevragen op de strategische ontwikkeling en kwaliteit van het onderwijs (het primaire proces), en de organisatie.

Een rol krijg je niet zomaar. Die moet je innemen en de ruimte, die er daarvoor is, oprekken door aan vertrouwen te winnen. Vertrouwen win je door op de juiste momenten er blijk van te geven dat je de rol ook echt inneemt en professioneel kan dragen. Blijf je wachten tot je de ruimte krijgt, dan ga je deze niet krijgen! Schoolleiders, er ligt een bal bij jullie: het is aan jullie om deze rol in te gaan nemen!

Het is begrijpelijk dat de bestuurder de ruimte pas wil geven als de schoolleider deze ook echt lijkt te nemen. Maar zonder ruimte krijgt de schoolleider geen kans. Het innemen door de schoolleider van deze ‘nieuwe’ rol is, als hij/zij deze ruimte niet krijgt, een afbreukrisico. Het kan leiden tot cynisme en frustratie. Er ligt dus ook bij de bestuurders een bal: nodig je schoolleiders uit in hun rol te gaan ‘glanzen’, geef ze ruimte en bevraag hen regelmatig op hun ambities en strategische keuzes.

Waar het advies minder duidelijk over is, is wat die strategische rol precies omvat en waar de grenzen liggen van die rol. Regelmatig wordt in het advies de suggestie gewekt dat de schoolleider meer mee zou moeten kijken vanuit het perspectief van de bestuurder. Daar ligt mijn inziens een risico van rolverwarring. De schoolleider heeft een duidelijk afgebakende ruimte nodig en deze verdient in mijn ogen meer aandacht, zowel de ruimte als de afbakening: géén eenzijdige (hang-yourself) managementcontracten, maar een duidelijk mandaat (dat is tweezijdig, inclusief beschikbare middelen). Helderheid over de rollen en over het niveau van sturing is een noodzakelijke voorwaarde voor een gezonde strategische werkrelatie. Een relatie, waarbij verantwoordelijkheid altijd samen hoort te gaan met het afleggen van verantwoording. Twee kanten op!

De resulterende ruimte voor strategisch denken door de schoolleider zou deze meer uit moeten dagen om na te denken over de opdracht op de lange termijn en wat hij/zij tot stand wil brengen: wat wil ik creëren en hoe ga ik dat organiseren? En dat is overigens geen geïsoleerde afweging, maar een proces waarin de eigen school en het team meegenomen moet worden. Door te komen tot een heldere ambitieuze richting en centrale waarden, kan de schoolleider de eigen acties hierop steeds weer enten en is hij minder reactief. Laat hij zich minder verleiden door de waan van de dag.

We zien in de praktijk veel verschil in de kwaliteit van de werkrelatie schoolleider – bestuurder. En dan met name als het gaat om hun primaire verantwoordelijkheden: onderwijs, organisatie en personeel – strategisch onderwijskundig leiderschap. Een goed en professioneel samenspel tussen bestuurder en schoolleider is cruciaal voor passende ambitie en ontwikkeling. Zicht op elkaars rol en het kunnen inleven daarin idem. Belangrijke vragen die meer gesteld mogen worden in deze werkrelatie zijn vragen als: Wat is jouw visie op leren? Waarop is deze gebaseerd? Hoe heb je dat vormgegeven in je school? En hoe meet je of het werkt, wat er daadwerkelijk in de klas gebeurt? Hoe werk je aan het leren binnen je team? En hoe monitor je de kwaliteit? Om de schoolleider goed en uitdagend te bevragen en de antwoorden op deze vragen goed te kunnen beoordelen is ook bij de bestuurder het strategisch onderwijskundig inzicht van belang. Ook op dit punt zien wij in de praktijk veel verschil.

Het advies van de Onderwijsraad om toe te werken naar één beroepsbeeld onderstrepen we. Echter onderkennen we ook dat er tussen, en ook binnen de verschillende sectoren verschillen bestaan. Deze verschillen zouden wat ons betreft expliciet plaats moeten krijgen in dat ene beroepsbeeld. Dat komt het gesprek over deze verschillen ten goede. In onze opleidingen slagen onze opleiders er in om te differentiëren en hebben we tevreden studenten uit alle sectoren. Maar voor ons als opleider is de huidige benadering per sector met de verschillende registratie-eisen onduidelijk en kostbaar. Tevens herkennen wij niet dat er meer geaccrediteerde opleidingen nodig zijn. Er is een groot en gelukkig divers aanbod van opleidingen op alle niveaus van onderwijskundig leiderschap. Wij zouden liever met de huidige aanbieders van de opleidingen de krachten bundelen. Daardoor kan gericht en met overtuiging geïnvesteerd worden in de verdere professionalisering van de schoolleider en in nieuw onderzoek naar die krachtige rol. Deze bal ligt bij ons, de aanbieders van opleidingen voor leidinggevenden in het onderwijs. Er bestaan al verschillende samenwerkingsverbanden en deze opdracht kan deze verbanden meer richting geven.

Als het gaat om de financiering van de opleidingen ervaren wij dat veel belangstellenden afhaken omdat de financiële middelen ontbreken. Als de school niet ondersteunt en mensen zelf voor opleiding moeten betalen is er geen beurs voor schoolleiders, zoals die er wel voor leraren is. Om de stap naar een opleiding te stimuleren zou financiële ondersteuning wenselijk zijn. Wij denken dat de bal hiervoor ligt bij de verschillende onderwijssectoren en het Ministerie van Onderwijs.

Tot slot: waar ligt de bal voor de totstandkoming van dit sectoroverstijgend beroepsbeeld en het integrale systeem van leiderschapsontwikkeling? Bij de sectorraden, het ministerie of de opleiders van schoolleiders? Wie pakt deze bal op? Wij bieden onze deskundigheid bij deze aan en ontwikkelen graag mee! We hebben al een voorzet gedaan voor een beroepsprofiel gebaseerd op internationale standaarden (klik hier) en zijn momenteel bezig deze verder te concretiseren naar ons onderwijs.

 

Bart Schipmölder

Directeur NSO-CNA Leiderschapsacademie

 

NSO-CNA Leiderschapsacademie verzorgt samen al bijna 55 jaar opleidingen en programma’s op maat voor schoolleiders en schoolontwikkeling. Wij willen op deze wijze bijdragen aan de ontwikkeling van onderwijskundig leiderschap in Nederland, en daarmee aan de kwaliteit van onderwijs.

 

Deel dit bericht

Nog geen reacties.

Reacties zijn gesloten.

Spring naar toolbar