Hoe doen we recht aan sociale complexiteit?
Een interview met Peter Rombouts
Onze samenleving wordt steeds complexer. Althans, zo voelen we dat – zeker ook in het onderwijs. Alles is met alles verbonden, het geheel is veel te veel. Om daar grip op te houden, vereenvoudigen we graag: niet alleen de thema’s waar we mee te maken krijgen, maar ook de mens zelf. We begrenzen, fragmenteren en versimpelen – uit zelfbehoud.
Peter Rombouts – organisatie- en veranderkundige én drievoudig wereldkampioen Argentijnse Tango – begrijpt die behoefte maar al te goed. Maar: “We zijn soms als maatschappij te ver doorgeschoten in die versimpeling van de werkelijkheid. Die doet geen recht meer aan wie wij zijn, als mens. Zwart/wit denken ligt op de loer.”
Verwachtingspatronen in het onderwijs
Als voorbeeld van de complexe mens noemt Peter het verlies van een dierbare: “Wij kunnen dan én intens verdriet voelen, én in dat verdriet de slappe lach krijgen met elkaar. Tegelijkertijd. Dat roept al snel verontwaardiging op: ‘Hoe kun je nú lachen?’ Hoe begrijpelijk die reactie ook is, daarmee ontken je dat de mens complex is. En dat tegengestelde zaken naast elkaar kunnen bestaan.”
Bij een overlijden strookt de sociale complexiteit dus vaak niet met de algemene verwachtingen. We verwachten immers dat men dan uitsluitend verdriet heeft en zich daarnaar gedraagt. Het dagelijks leven zit vol met dit soort verwachtingspatronen, óók het onderwijs.
Peter: “Neem het klaslokaal. De docent draait de les af, leerlingen worden geacht daar aandacht voor te hebben. Voor iets anders is vaak geen ruimte. Zit de leerling niet lekker in zijn of haar vel? Daar is de mentor voor, op een bepaald uur gedurende de week. Maar in die les heeft die leerling op dat moment het gevoel niet gezien te worden.”
Als een school hiermee geconfronteerd wordt, kunnen zij aanvoeren dat het toch goed geregeld is: tijdens de les moet geleerd worden, tijdens het mentoruur kan het gaan over hoe je je voelt. Maar: “Je kunt iets goed geregeld hebben én er kan sociale onveiligheid zijn. Beide zijn tegelijkertijd waar. Complexiteit dus!”
Gezien worden in het onderwijs
Gezien worden. Daar gaat het veel over in onderwijsland, merkt Peter: “Zowel studenten als docenten geven keer op keer aan zich niet gezien of gehoord te voelen. Beide groepen willen als méér gezien worden dan de hokjes waarin ze gestopt worden gedurende de dag – méér dan de rollen die ze geacht worden te vervullen.”
Kortom: door de versimpeling van de sociale complexiteit op school – door de fragmentatie en bestaande patronen – ontstaat sociale onveiligheid, en die wordt diepgevoeld. Maar hoe doe je recht aan sociale complexiteit zonder grip te verliezen? Dáár gaat Peters werk over:
“Mijn werk is ruimtes vormgeven waarin je een ander soort gesprekken hebt dan normaal.” Zo werkt Peter met organisaties als Onderwijs124, Artpartner en The Curiosophy Collective om andersoortige gesprekken vorm te geven, waarin de kunst als uitgangspunt wordt genomen. “Schoolleiders die hun vraag laten dansen of in een gesprek tot een nieuw nog niet bestaand woord komen. Dialogen vormgeven volgens dialoogprincipes waarbij oprechte nieuwsgierigheid de basis is. En we zetten muzische werkvormen in, zoals ‘Werk in Opvoering’, waarin vraaginbrengers een brief krijgen van de anderen.”
Ruimte scheppen
Ruimte scheppen voor de complexe mens. Complexiteit omarmen en benutten. Andere gesprekken voeren door uit patronen, rollen en verwachtingen te stappen. Wat levert dat eigenlijk op? Peter: “Wanneer mensen zich gezien en gehoord voelen, verhoogt dat allereerst hun welzijn. Daarnaast spreken we meer van ons kunnen aan; niet alleen onze logische en mathematische intelligentie, maar ook bijvoorbeeld onze lichamelijke en sociale intelligentie.”
Wanneer we dat doen, kunnen we complexe situaties ook beter aan. Peter geeft een voorbeeld dat herkenbaar is voor veel docenten vandaag de dag: “Veel docenten die ik spreek, krijgen de complexiteit van de maatschappij in de klas. Want ze komen voor klassen te staan waarin bijvoorbeeld meerdere leerlingen anders aangesproken willen worden ten aanzien van gender. Alleen taaltechnisch is dat al complex: hoe onthoud je al die verschillende aanspreekvormen? Daarover moeten we het gesprek aan met elkaar, vanuit een open houding, wederzijds begrip en de acceptatie dat het onderwerp complex is – waarbinnen meerdere dingen tegelijkertijd waar kunnen zijn. En elkaar toestaan dat we fouten maken.”
Dagelijkse wendingen
Om de sociale complexiteit op school te omarmen, zijn niet altijd grote interventies nodig. Het kan ook veel kleiner, en het kan iets dagelijks zijn. Peter spreekt over ‘wendingen’ en schetst een vergadersituatie:
Pfff, hoe lang vergaderen we al? Hoor hem weer met z’n hoogste woord. Ik vind hier ook wel wat van, maar voor mijn mening is toch geen tijd. We hebben nog meer te bespreken vandaag. Ik ben blij als het straks voorbij is, dan kan ik aan de slag. Hoe lang nog? Twintig minuten…
Peter: “Je kunt zo’n situatie uitzitten. Maar een week later zit je wéér in die vergadering. Je kunt ook moed verzamelen en een uitnodiging doen: ‘Zullen we even ophouden met praten, en 3 minuten opschrijven wat nu in ons omgaat, en dat voorlezen?’ Ik garandeer je dat een vergadering nooit meer hetzelfde is na zo’n wending.”
Wendingen als schoolleidersvraagstuk
Het zou volgens Peter mooi zijn als schoolleiders zich afvragen hoe ze van wendingen ‘cultuur’ kunnen maken. “Dat is een mooi schoolleidersvraagstuk. Hoe kan je het inbrengen van een andere stem door een voorstel te doen niet enkel laten afhangen van de persoonlijke moed van iermand? Hoe zorg je dat het wordt gewaardeerd wanneer een stem die tegen de norm in is wordt bekrachtigd?”
Zo is sociale complexiteit en de ruimte die we daaraan geven iets wat het onderwijs diep raakt. “Het gaat over hoe we kijken naar wat onderwijs eigenlijk is en de rol die het heeft in onze samenleving. Ja, rekenen en taal zijn belangrijk. Maar de sociale vraagstukken waar het tegenwoordig zo vaak over gaat, hebben andere vormen van intelligentie nodig. Het gaat over ons welzijn, over het aanspreken van méér van ons kunnen. En tot slot over goed gezelschap zijn voor elkaar: meer luisteren, meer begrip.”
De complexiteit omarmen en patronen doorbreken, zodat het andere kan oplichten. “In het onverwachte kun je beter worden met elkaar. Je moet dat oefenen, en dat is precies wat ik ga doen tijdens mijn workshop op het NSO-CNA Jubileumfeest.”
Interview met Peter Rombouts door Arjan Jonker
Meer informatie over de workshop van Peter
Algemene informatie over en aanmelden voor het jubileum