Uitdagingen bij het ontwikkelen van een training voor Albanese schoolleiders
NSO-CNA kent een lange traditie op het gebied van internationalisering. Naast onze opleidingen en maatwerktrajecten richten we ons ook op de ontwikkeling van schoolleiderschap buiten onze landgrens. Hiervoor werken we regelmatig samen met internationale partners. In deze blog neem ik je mee naar Albanië, waar Frans Grobbe en ik met een lokale partner een training voor Albanese schoolleiders hebben ontwikkeld.
De training richt zich op het leidinggeven aan de democratisering van Albanese scholen. Het ontwikkelen van deze training bracht allerlei uitdagingen met zich mee, waarbij het proces regelmatig op gespannen voet kwam te staan met het doel en waarin de verschillen tussen de werkculturen van onze landen steeds weer naar voren kwamen. De uitdaging bleek telkens: Hoe blijf je als gelijkwaardige partners uit twee verschillende onderwijssystemen samenwerken aan de ontwikkeling van de training?
Albanië wil graag toetreden tot de Europese Unie, maar moet, van onder andere Nederland, eerst de rechtsstaat verder op orde brengen. Sinds de val van het communistische regime in 1991 is Albanië formeel een parlementaire democratie. Echter bestaat in de praktijk een kloof tussen wetgeving en uitvoering. In deze lacune lijkt nog veel ruimte voor datgene waar Albanië berucht om is: vriendjespolitiek en corruptie.
Ook in het Albanese onderwijs bestaat een kloof tussen de wettelijke en dagelijkse werkelijkheid. Binnen de bestaande wettelijke kaders in Albanië is veel aandacht voor de rol van schoolleiders, het bevorderen van democratische besluitvorming in de school en het betrekken van stakeholders. Tegelijkertijd weet iedere Albanese schoolleider dat in de praktijk de overheid het schoolbeleid in grote mate bepaalt en dat een wisseling van de politieke wacht alles weer overhoop kan gooien.
Democratisering van scholen: ‘Who rules the schools’.
Ondanks de Nederlandse terughoudendheid over de toetreding werken Nederland en Albanië wel samen via diverse programma’s, zoals bijvoorbeeld het Orange Knowledge Programme van Nuffic. Vanuit dit programma heeft NSO-CNA samen met de Albanese NGO, Children are the future (CAF), een financiering ontvangen om een training voor Albanese schoolleiders te ontwikkelen op het gebied van democratisering.
CAF stelt zich ten doel om bij te dragen aan de ontwikkeling van een kwalitatief beter, rechtvaardiger en inclusiever onderwijssysteem in Albanië. Uit het onderzoek van CAF ‘Who rules the schools’ bleek de noodzaak van meer democratisering. In de training werken we aan het vergroten van de capaciteit van schoolleiders om de verschillende stakeholders in en om de school, zoals ouders, leerlingen, leraren en andere externe belanghebbenden, meer te betrekken bij de besluitvorming.
De overheid betrekken
De eerste uitdaging van het project ontstond al tijdens het ontwerp van het project. Om het project goed van de grond te krijgen, was het nodig om de Albanese (lokale) overheid te betrekken. Albanië heeft immers een centraal georganiseerd onderwijssysteem en zonder de overheid is verandering lastig te realiseren. Echter het doel van onze training is juist om schoolleiders met meer autonomie rond de schoolontwikkeling kennis te laten maken en de rol van stakeholders in en om de school te versterken. Aan ons de uitdaging om deze tegengestelde belangen samen te brengen.
De oplossing kwam uiteindelijk doordat CAF het Regional Education Directorate (RED) van de Albanese stad Elbasan bereid vond om in het project te participeren. Dit overheidsorgaan is op regionaal niveau verantwoordelijk voor zowel het toezicht op de scholen (inspectie), als voor het begeleiden van scholen bij hun beleid (schoolbegeleidingsdienst). RED kon zich vanuit hun begeleidingsrol goed verbinden met het doel van de training. Maar kan je je voorstellen welke invloed de aanwezigheid van een inspecteur heeft op de relaties tijdens de training?
Werkbezoek aan Nederland
De eerste fase van het project bestond uit een werkbezoek in Nederland van de projectleden. Half september haalde ik drie medewerkers van CAF en twee inspecteurs van RED op van Schiphol. We bezochten samen drie Nederlandse schoolleiders en hun scholen om te kijken hoe zij omgaan met ouder- en leerlingparticipatie. Een inspecteur van de Nederlandse Onderwijsinspectie kwam vertellen hoe in Nederland toezicht wordt gehouden op het onderwijs. De Albanese delegatie was zeer onder de indruk van het vertrouwen dat Nederlandse schoolleiders hadden in de verschillende stakeholders in en om de school. Ook konden ze bijna niet geloven hoeveel autonomie de Nederlandse schoolleiders hebben om hun eigen schoolbeleid te maken.
Hoewel ik het mooi vond om te zien hoe het Nederlandse systeem en overlegcultuur de Albanezen inspireerden, merkte ik dat tegelijkertijd het gevaar op de loer lag dat het Albanese systeem constant minderwaardig leek aan het Nederlandse systeem. Voordat we het wisten, uitte deze minderwaardigheid zich ook in onze onderlinge werkrelatie. In de samenwerking ontstond iets van: Als jullie Nederlanders het allemaal zo goed voor elkaar hebben, zijn jullie vast ook beter in het ontwerpen van de training. Wanneer zulke onbewuste beelden en afhankelijkheden niet boven tafel komen, zijn we niet meer aan het samenwerken als gelijkwaardige partners. Hoe democratisch is dat?
Pilot-training in Albanië
In het weekend van 11 en 12 oktober vond in Albanië de eerste pilot van de gezamenlijk ontwikkelde training plaats voor negen Albanese schoolleiders. Deze schoolleiders waren geselecteerd door CAF. Met veel van deze schoolleiders hadden zij al in eerder succesvol samengewerkt en zij vormden daarmee een soort elite clubje van Albanese schoolleiders. Dit bleek ook uit de manier waarop de deelnemers aan de slag gingen met concepten als democratic school life en collaborative leadership. Zonder enige moeite wisten ze deze concepten uit te werken in een waslijst van 41 kenmerken!
Echter toen we de stap maakten van de theorie naar de praktijk, zag ik dat de twijfel en onzekerheid toesloeg bij de deelnemers. Het in de praktijk brengen van democratisch en participatief handelen bleek voor de deelnemers minder bekend terrein te zijn. Dit kwam het duidelijkst naar voren in een rollenspel, waarin we een stakeholderbijeenkomst over het schoolbeleid met leerlingen, ouders, leraren, inspectie en de schoolleider simuleerden.
In de eerste ronde van het spel was hoofdzakelijk de schoolleider aan het woord. Zij voelde de verplichting vanuit haar rol om de vergadering te leiden. De anderen waagden het niet om haar te onderbreken. In de tweede ronde van het spel gebeurde het totaal tegenovergestelde. De vergadering ontaarde in een grote schreeuwpartij, waarin niemand vanuit het eigen belang de verbinding kon maken met een gedeeld belang. In beide gevallen werd geen ruimte gecreëerd om met elkaar en de verschillen te werken. Het vinden en benutten van mogelijkheden om samen te werken aan democratisch schoolbeleid blijkt nog niet zo makkelijk. Zeker als je bent opgegroeid in een cultuur, waarin alle macht van boven komt en geen traditie van polderen bestaat.
Een stap gezet?
Een werkcultuur die verbonden is met de complexe geschiedenis van het land verander je niet in een weekend. Toch denk ik dat de training een succes was. We hebben nieuwe concepten en perspectieven aangereikt en de deelnemers uitgedaagd om te onderzoeken hoe je deze in de praktijk kan toepassen. Dit was voor hen spannend, maar ondanks de aanwezigheid van een inspecteur tijdens de training toonden de deelnemers wel het lef om hiermee aan de slag te gaan. Er zijn gesprekken gevoerd die binnen de scholen zelden gevoerd worden en onderling zijn ervaringen en ideeën gedeeld, waarmee misschien de eerste stapjes gezet zijn om het systeem van binnenuit te veranderen. Wel is duidelijk dat CAF, die deze training verder gaat verspreiden in Albanië, nog veel werk zal moeten verzetten om de gewenste ontwikkeling tot stand te brengen.
Voor mijzelf leverde mijn eerste internationaal project binnen NSO-CNA ook veel nieuwe inzichten op. Ik heb geleerd dat het heel verrijkend is om eens samen te werken met onderwijsmensen uit een ander land. Tijdens het werkbezoek aan ons land merkte ik hoe de Albanezen zich verbaasden over het Nederlandse onderwijssysteem. Door de vragen die zij mij stelden, werd ik gedwongen om opnieuw stil te staan bij de vanzelfsprekendheid van hoe wij dingen in Nederland hebben georganiseerd. Tegelijkertijd heeft het mij ook geleerd dat het alleen vergelijken van systemen je niet veel verder brengt. Elk onderwijssysteem kent een lange historie waarin deze tot stand is gekomen. De totstandkoming van de autonomie van Nederlandse schoolleiders gaat minstens honderd jaar terug tot de Schoolstrijd. Simpel stellen dat een Albanese schoolleider ook meer autonomie moet opeisen ten opzichte van de overheid gaat voorbij aan de gehele geschiedenis en cultuur van het land. Juist door elkaars systemen echt te leren kennen, wordt het mogelijk om met elkaar mee te denken over de mogelijkheden om binnen de eigen context een volgende stap te zetten.
Wil jij ook eens in contact komen met schoolleiders uit een ander land? Ga mee op één van onze studiereizen, werkbezoeken of andere internationaliseringsactiviteiten. Andersom zijn wij ook regelmatig op zoek naar schoolleiders die hun deuren willen openzetten voor belangstellenden uit het buitenland. Lijkt het je leuk om hieraan deel te nemen? We komen graag in contact.
Ewout van Luijk is opleidingsmanager bij NSO-CNA