Persoonlijk Leiderschap
start 25 september 2019

Wil jij wel werken in het onderwijs?

Bart Schipmölder, 29 juni 2023

Wil jij wel werken in het onderwijs?De menselijke maat sneuvelt in goede bedoelingen
Ik had onlangs een goed gesprek met een leraar uit het basisonderwijs. Een jonge man, 27 jaar, met een hart voor kinderen. Hij trad in de voetsporen van zijn moeder en staat alweer een aantal jaar voor de klas in Amsterdam Noord. Jonge mensen, en zeker mannen, hebben we hard nodig in het basisonderwijs. Alle reden om ervoor te zorgen dat ze niet opbranden en we ze behouden.

Er doorheen zitten

Hij zat er even doorheen, kreeg de klas niet naar zijn hand gezet en was toe aan een iets langere pinkstervakantie. Hij meldde zich een dagje ziek.

Hij beschreef wat hij allemaal meemaakt en waar hij mee te maken krijgt op een dag. Het is onrustiger in de klas. Kinderen nemen stress van buiten mee de school in. Als leraar is het meer  zoeken naar aansluiting met de klas.

De relatie met ouders is ook lang niet altijd even gemakkelijk. Ouders hebben hele diverse verwachtingen en iedereen wil verschillend behandeld worden. Ze willen uiteraard het beste voor hun eigen kind, passend bij hun talent, geloofsovertuiging of culturele achtergrond. Of de leraar maar even wil leveren. Daarnaast moet hij regelmatig de gaten opvullen wanneer er collega’s uitvallen of vacatures niet ingevuld kunnen worden.

Hij vertelde me ook hoe lastig het is om als man nog je werk te doen in dit MeToo-tijdperk. Hij waakt ervoor om niet te nabij te komen bij de kinderen. Kinderen op schoot nemen is er niet meer bij. Iemand helpen om zonnebrand op te doen? Kan ook niet. En als er in de meisjeskleedkamer iets gebeurt, gaat hij toch niet naar binnen. Je hebt zó de schijn tegen. Hij voelt zich gelukkig gesteund op zijn school door zijn collega’s en zijn leidinggevende.

Het is topsport

En als je er werkt, voel je je dan gewaardeerd en gezien? Staan we eigenlijk wel schouder aan schouder met leerkrachten en schoolleiders om de lastige klus te klaren?

Kijk je op enige afstand naar de vele over elkaar heen buitelende uitwisselingen in de pers en op sociale media over het onderwijs, komt er een zorgelijk beeld naar voren. Het gaat niet goed met het onderwijs in Nederland. De alarmbellen rinkelen dagelijks. En van welke richting je ook bent, we zitten allemaal vast in diezelfde kritische en oordelende blik.

De oplossingen rollen over tafel, en de hulptroepen staan klaar in de vorm van verbeterteams, adviseurs en ‘beste stuurlui’. Bij die laatste categorie hoor ik natuurlijk ook. Veel van die oplossingen zijn goedbedoeld en vanuit echte zorg voor de kwaliteit van het onderwijs. Maar dat te pas en te onpas adviseren draagt ook bij aan die alarmerende sfeer die om de sector heen is komen te hangen. Elk advies of actie heeft namelijk altijd twee boodschappen in zich: zoals het gaat is het niet goed en met dit advies wordt alles  beter. En ik vraag me dan af: komen al die goede bedoelingen nu wel terecht bij die schoolleider, leerkracht en leerlingen in de klas en brengen ze de school echt verder?

‘Niet-goed’-sferen

Ik denk terug aan de momenten waarop we in mijn gezin ook in dit soort ‘niet goed’-sferen terechtkwamen. Dat waren niet de leukste dagen. Elke goedbedoelde poging om uit dat gemopper te stappen, klonk toch als: ‘maar jij doet het niet goed’. En op een gegeven moment ging het al lang niet meer over de inhoud van wat er gezegd werd en verloren we de balans uit het oog. Met het oplopend mopperen kwam ook het generaliseren: ‘jij wilt ook altijd…’ of ‘het is ook nooit goed’. En de eenvoudige adviezen: ‘hou nu maar even je mond’ of ‘ga maar gewoon de afwas doen’. Ik denk dat anderen op die momenten even niet bij ons gezin in de buurt wilden zijn. Zo leuk waren we toen niet.

De ‘dialoog’ over het onderwijs komt vaak in die ‘niet goed’-sferen terecht. En zou jij dan in de buurt van die ‘onderwijsfamilie’ willen zijn? Zou jij in een sector willen werken waarin de druk om het goed te doen zo hoog is, terwijl je de hele dag hoort dat het niet goed gaat? Sta jij stevig genoeg in je schoenen om het je niet persoonlijk aan te trekken? Maar als je het je níet (meer) persoonlijk aantrekt, dan bereikt de boodschap je ook niet meer. Ben je dan mogelijk al afgehaakt of sta je te veel in de overleefstand? Ik denk dat de boodschap dat het allemaal niet goed gaat wel degelijk mensen persoonlijk raakt en afbreuk doet aan hun passie voor onderwijs. En die verminderde passie is op lange termijn meer ondermijnend voor het behoud van goede leraren en schoolleiders, dan gewoon een ‘lastige dag’.

Gewoon stoppen

Wat ons als gezin op die momenten hielp, was een radicale breuk: gewoon stoppen met ons mopperend gedrag. Elke volgende kritische opmerking in te slikken. En dat begon dan met name bij ons als ouders. Het vroeg van ons dat we even niet de aandacht richtten op wat er allemaal niet goed ging, maar vooral te kijken naar wat er wél goed ging. Of: gewoon onze mond te houden. Zelfs als er een terechte kritische opmerking mogelijk zou zijn. Het vroeg ook dat we weer wat ontvankelijker waren voor de inhoudelijke boodschap van de kinderen en onszelf. Te zien waar ze het lastig mee hadden en waar wij ook wellicht wel banger of onzekerder waren dan we wilden zien of toegeven. Als we met onze eigen angst contact konden maken, konden we de kinderen ook weer steunen, minder eisend zijn en ze wat ruimte geven.

Adempauze

Dat gun ik de onderwijssector ook: een adempauze, meer waardering voor en plezier in het werk. Er komen hele lastige uitdagingen op de leraren en schoolleiders af. Ik geef het je te doen: eisende leerlingen, eisende leiders, eisende overheid en last but not least eisende ouders. Meer individuele differentiatie, inclusie, nieuwe lesmethoden, concurrentie, etc. Op zichzelf allemaal te begrijpen ontwikkelingen, maar bij elkaar niet te vervullen voor de mensen in de scholen. De menselijke maat dreigt in goede bedoelingen te sneuvelen.

Iliass El Hadioui greep me tijdens een bijeenkomt eerder deze maand door zijn oproep om de ‘coulissenruimtes’ van leraren en schoolleiders te vergroten. Ruimtes waar ze rust en reflectie vinden om collectief te werken aan hun uitdagingen, en elkaar steunen om vervolgens hun plek op het podium in te nemen. Om tot ontwikkeling te komen, vooral sámen, is die ruimte onontbeerlijk. Daar kunnen leraren en schoolleiders een goede en gedeelde analyse van de school specifieke situatie maken, zodat nieuwe oplossingen ontspringen. De school kan daar vervolgens zelf zijn ondersteuning bij organiseren.

Mijn oproep daarom: laten we minder mopperen en meer ruimte maken, zodat leraren en schoolleiding kunnen werken aan de toekomst van hun school en leerlingen. Dan kunnen we in die ruimte schouder aan schouder staan en komt het onderwijs verder. Daarmee bekrachtigen we het oplossend vermogen van de hoofdrolspelers zelf.

p.s.: Ja, ook in deze column maak ik me schuldig aan generalisatie en eenvoudige oplossingen. Het is echter slechts mijn bedoeling de vele goede initiatieven die vaak in samenwerking met scholen worden ondernomen, in het zonnetje te zetten. Ik voel diepe waardering voor alle mensen in de front linie van het onderwijs, zoals de jonge leraar uit mijn inleiding.

Deze blog is geschreven als column voor de nieuwsbrief van De Nieuwe Meso.

Bart Schipmölder Bart Schipmölder
Directeur-bestuurder NSO-CNA Leiderschapsacademie

Deze blog op LinkedIn aanbevelen en delen.

Naar onze andere blogs

 

 

5 1 stem
Artikel waardering
Deel dit bericht
Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x
Spring naar toolbar