Dit bericht is geschreven op 1 maart 2023
Martijn Koelewijn was klaar voor de volgende stap in zijn leiderschap. Natuurlijk om nog beter invulling te geven aan de verwachtingen van zijn ROC. Maar ook vanuit zichzelf: om nog bewuster leiding te geven. Hij koos voor de Master Educational Leadership. Wij vroegen hem specifiek naar zijn ervaringen met de module Visiegestuurd Leiderschap.
Wat vond je van de module Visiegestuurd Leiderschap?
“Tijdens de hele master word je geprikkeld om je reikwijdte te vergroten. Om je eigen kijkwijze te bevragen: ‘Ik kijk er nu zo naar, maar zijn er andere denkbeelden die ik mee kan nemen?’
Ook bij Visiegestuurd Leiderschap is dat belangrijk. Je leert daar anders te kijken naar hoe je het onderwijs op je school hebt ingericht. Anders kijken naar de visie die je hebt liggen.
Daarbij stel je jezelf vragen als: op welke leertheorie is deze visie gestoeld? Is die wel toekomstbestendig genoeg? Vind ik dat eigenlijk wel belangrijk? En hoe leeft die visie onder de docenten en wat merken de studenten hiervan?
Oftewel: je gaat breder nadenken over je visie. Én over de beleving daarvan bij docenten. Want de visie staat misschien wel mooi op papier, maar komt die ook tot uiting bij de studenten? Wat mérken zij er eigenlijk van?”
“Je gaat veel breder nadenken over je visie“

Heeft de module impact gehad op jullie onderwijsvisie?
“Ja, direct. Want dat is het mooie van NSO-CNA: de opdrachten zijn altijd praktijkgericht.
De opdracht binnen de module Visiegestuurd Leiderschap luidt: ga kijken naar de onderwijsvisie op jouw school, en bepaal of je die moet herijken of zelfs helemaal moet vernieuwen. Dus éérst de analyse. Ook van je eigen opvattingen, trouwens: waar sta ík op dit gebied?
Op ons ROC besloten we om de visie te herijken. Dat proces loopt nog steeds, ook al is de module inmiddels al een half jaar afgerond. Ik zit nog maandelijks met mijn collega’s om tafel om tot de herijkte onderwijsvisie te komen. Zij brengen dit weer verder in de teams. Zo krijgt iedereen de kans om zijn of haar input te leveren.
De inhoud van de module is daarbij nog steeds leidend. Bijvoorbeeld om de visie te stoelen op én onderbouwen met bewezen leertheorieën. Of om de visie toekomstbestendig te maken door actuele maatschappelijke thema’s erin terug te laten komen.
Vóór de zomervakantie willen we de visie gereed hebben.”
Hoe heeft de module je geholpen in je eigen ontwikkeling als opleidingsmanager?
“Niet alleen door deze module, maar dankzij de hele master ben ik theoretisch beter onderlegd. Ik merk dat ik steeds vaker meer achtergrondinformatie heb over bepaalde thema’s en vragen. Daarmee voel ik me sterker.
Dat helpt ook om een kritische houding aan te nemen rond allerlei aannames die vaak als ‘feiten’ gezien worden. Zoals ik al eerder aangaf: je probeert breder te kijken. Daardoor sta je steeds onderzoekender in het werk.
Anders gezegd: ik probeer kritisch naar problematiek te kijken, wat er ook voor me ligt. Door zo veel mogelijk invalshoeken mee te nemen, komt ik tot oordelen of denkrichtingen die veel meer gewogen en gedragen zijn.
Ik zal een voorbeeld geven: op het ROC is een team met een te hoog aantal studenten dat vroegtijdig de school verlaat. Dat schreven we altijd toe aan te weinig aandacht voor studenten. Een (te) snelle conclusie, die leidt tot een te makkelijke opdracht: geef meer aandacht! Een opdracht die de medewerkers enorm frustreert, omdat je daar niet zo veel mee kan.
Nu hebben we het probleem geanalyseerd: waar zou het nog meer aan kunnen liggen? Dan kom je tot andere mogelijke oorzaken: misschien zijn we niet scherp genoeg in welke studenten we aannemen. Of lichten we hen niet goed genoeg voor, zodat ze niet goed weten waar ze aan beginnen?
Door op deze manier dus breder te kijken en niet klakkeloos de aannames die er altijd al waren te accepteren, komen we tot andere inzichten.”

Wat vind je bijzonder aan de opleiding(en) bij NSO-CNA?
“Dat alles erop gericht is om de opleiding zo veel mogelijk te integreren met ons werk. Dan gaan de opdrachten direct leven, en haal je er veel meer uit.
Bovendien: als onderwijsmanager heb je het al druk genoeg. Als je dan de opdrachten die je moet doen voor de master in je eigen praktijk kunt doen, is dat heel prettig.
Daarnaast vind ik het heel waardevol dat je met collega-schoolleiders bij elkaar zit. Je herkent veel van elkaar, wat steun geeft. We delen we veel casussen onderling, wat inspireert.”
Zou je Visiegestuurd Leiderschap aanbevelen bij anderen?
“Zeker! Heb je voldoende tijd en ruimte om in jezelf te investeren? Dan raad ik deze module – en eigenlijk de hele master – van harte aan.
Je ontwikkelt je analytisch vermogen, en gaat veel scherper en breder kijken naar de werkelijkheid die voor je ligt. Dit helpt je vervolgens weer in de praktijk.
Ik heb andere opleiders overwogen. Maar ik kende NSO-CNA al van een eerdere opleiding. Het was voor mij met name de werkwijze – de integratie met mijn eigen praktijk – die de doorslag gaf.”

Dit bericht is geschreven op 27 februari 2023
Sinds 1 augustus 2022 is de school van Somaia Yaagoub een Daltonschool in oprichting. Dat was voor haar mede aanleiding om de MEL-module Visiegestuurd Leiderschap te volgen bij NSO-CNA. Maar daar bleef het niet bij…
Waarom wilde je Visiegestuurd Leiderschap volgen?
“Onze doorontwikkeling van MY Choice naar Dalton-onderwijs was voor ons het uitgelezen moment om als school te kijken naar wie wij zijn, wie we willen zijn, wat onze kracht is en waar we voor staan.
Dus ook een mooi moment om naar onze schoolvisie te kijken. Daar sluit de module Visiegestuurd Leiderschap – de naam zegt het al – naadloos op aan. De theorie en opdrachten van de module zijn uitermate toepasbaar op de fase waarin we nu zitten.
NSO-CNA kende ik al omdat ik eerder de opleiding Stuurkunst volgde. Ook van anderen hoor ik alleen maar positieve geluiden over de organisatie. Dus ik hoefde niet lang na te denken om me in te schrijven.”
“Voor iedere school die bezig is met de eigen visie“

Wat vond je van de module Visiegestuurd Leiderschap?
“De module beviel heel goed. Dat is vooral te danken aan de toepasbaarheid: alle opdrachten kon ik daadwerkelijk op mijn school doen. Zodat ik de geleerde theorie direct in praktijk kon brengen. Met zichtbare resultaten.
Dankzij de theoretische bagage lukte het mij bijvoorbeeld om alle collega’s, de ouderraad en de leerlingen te betrekken bij het visieproces. Daarbij kon ik de collega’s laten floreren. Oók de mensen die in eerste instantie minder opvallen, wist ik toch een podium te geven. Bijvoorbeeld:
Binnen onze ontwikkelgroep zit een teamleider met docenten. Zij kregen kaders van mij, waarbinnen ik ze de ruimte en het vertrouwen gaf om bijeenkomsten te ontwerpen en daar hun rol in te pakken. Die bijeenkomsten leidden ze zelf. Tijdens deze bijeenkomsten haalden ze bij collega’s informatie op over wat wij doen, wat wij belangrijk vinden en vanuit welke visie. Ze mochten dus meepraten en meebepalen over onze visie, én kregen daar verantwoordelijkheid in.
Kort gezegd: dankzij de theorie en opdrachten die ik toepaste vanuit de module, is de visie iets geworden van de hele school.
Voorheen zou dat ook mijn insteek geweest zijn. Maar dan had ik het vanuit mijn eerder opgedane kennis, ervaring en intuïtief gedaan. Nu deed ik het bewuster, vanuit onderbouwde theorie. Dat was niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn collega’s leerzaam. Het heeft ervoor gezorgd dat de visie nu breder gedragen is.”

Hoe heeft de module je geholpen in je eigen ontwikkeling als directeur?
“Ik heb meer inzicht gekregen in mijn eigen leiderschap. Dat is ook belangrijk binnen de module: dat je specifiek naar je eigen rol en gedrag kijkt.
Ik vroeg meer feedback van mijn collega’s over mijn leiderschap dan ik normaal zou doen. Zo heb ik vanuit verschillende perspectieven gereflecteerd op mezelf.
Om een voorbeeld te geven: ik zeg altijd dat ik leiding geef vanuit vertrouwen. Maar ben ik daarin wel expliciet genoeg naar docenten toe? Weten zij wel wat ik daarmee precies bedoel en wat ik van ze verwacht? Én wat ze van míj mogen verwachten?
Dat inzicht kreeg ik toen ik leerlingen en docenten interviewde over onze visie. Ik ontdekte dat docenten ook niet altijd expliciet zijn naar leerlingen toe: over wat ze met hen willen bereiken, wat ze van leerlingen verwachten en wat leerlingen van hen mogen verwachten.
Het is voor iedereen prettiger wanneer bedoelingen en verwachtingen expliciet gemaakt worden.”
Wat vind je bijzonder aan de opleiding(en) bij NSO-CNA?
“Dat kan maar één ding zijn: het praktijkgerichte. Dat je de theorie en opdrachten in je eigen praktijk toepast. Dat er kritisch meegekeken én doorgevraagd wordt over wat je op je school aan het doen bent. Wat je doel precies is.
Kortom: betekenisvol leren. Tijdens je opleiding help je je school verder door wat je leert toe te passen. Dat past ook erg bij wie ík ben en hoe ik graag leer.”
Zou je Visiegestuurd Leiderschap aanbevelen bij anderen?
“Zeker. Aan iedere school die hun eigen visie wil herijken of naar een nieuwe willen. Let wel: aan het einde van de module is die visie niet direct ‘klaar’. Maar je hebt genoeg bagage om verder te gaan met het proces dat ingezet is. En om dat tot een goed einde te brengen.
Na het lezen van de inhoud van de module Visiegestuurd Leiderschap, raakte ik gemotiveerd en bekeek ik de inhoud van de andere modules. Dit maakte dat ik dacht: ‘Dit is zó passend voor de fase waar we nu in zitten en wat we willen bereiken: een lerende school zijn en blijven.’ Met als resultaat dat ik nu de hele Master Educational Leadership (MEL) doe.
Natuurlijk doe ik het ook voor mezelf: hoe kan ík mij als leider verder ontwikkelen? Wat zijn mijn kwaliteiten en hoe komen die het beste tot hun recht?
Wanneer ik straks de master heb afgerond, heb ik alle domeinen bewandeld om te komen waar wij willen zijn: een lerende organisatie die leerlingen uitnodigt om op basis van (zelf)vertrouwen uitdagingen aan te gaan om zich verder te ontwikkelen. Onderwijs dat zorgt voor zelfstandige en probleemoplossende mensen. Onderwijs dat iedere leerling is gegund.”

Dit bericht is geschreven op 23 februari 2023
Berivan Akdag Elis besloot na 7 jaar teamleiderschap de volledige Master Educational Leadership (MEL) te doen. Wij vroegen haar waarom ze de master doet, en specifiek naar haar ervaringen met de mastermodule Ontwikkelingsgericht Leiderschap.
Waarom wilde je de MEL gaan doen?
“Een jaar of 3 geleden volgde ik al de opleiding Basisbekwaam bij NSO-CNA. Nu – met 7 jaar ervaring als schoolleider – vond ik het tijd om mijn handelen wetenschappelijk te onderbouwen.
Vóór de master deed ik veel dingen op gevoel en ervaring. Dat is niet verkeerd, maar alles krijgt een andere lading wanneer je die onderbouwing hebt.
Ik zocht diepgang waar het gaat om mijn eigen handelen: waarom doe ik het zoals ik het doe? Zijn er andere manieren om het te doen en vanuit welke visie doe ik dit?
Die diepgang vond ik bij de master: ik leer heel veel over mezelf. Dat geeft richting en begrip. Niet alleen voor mezelf, trouwens: ook voor anderen is het duidelijker waarom ik bepaalde stappen neem. Want dat kan ik nu beter uitleggen.
Die kwaliteiten heb je nodig om een goede leider te zijn. Ik wíl ook doorgroeien als leidinggevende; mijn ambitie is om uiteindelijk directeur te worden.”
“Vooral het teamleren vanuit de module is zó mooi”
Hoe beviel de module Ontwikkelingsgericht Leiderschap?
“Heel goed. Vooral het teamleren vanuit de module is zó mooi.
Kijk, in het onderwijs werk je altijd in teams. Maar in dat onderwijs – waar we leerlingen leren te leren – weten we vaak niet goed hoe we zélf als team leren. Heel gek, eigenlijk.
Het begint al met de vraag ‘Wat zijn de basisvoorwaarden voor een team?’ Oftewel: voldoet ons team überhaupt aan de voorwaarden om samen tot leren te komen?
Met die vragen – wat een team ís en wat de doelen zijn – gingen we intensief aan de slag in de module Ontwikkelingsgericht Leiderschap. Dat gaf enorm veel richting.”

Heb je een voorbeeld van hoe jouw team ontwikkeld is dankzij de module?
“Jazeker:
We constateren vaak, net als in de meeste organisaties, terugkerende problemen. Voorheen zochten we dan direct naar een oplossing. Echt dat ‘quick-fix’ bedrijfsdenken. Dat werkt misschien op de korte termijn. Maar de oorzaak neem je niet weg; de oplossing is niet duurzaam. Dus het probleem keert vroeg of laat weer terug.
In de module leren we nadrukkelijk éérst te kijken naar waar het probleem vandaan komt. Een meer systemische benadering. En daarbij de juiste vragen te stellen. Je leert zoeken naar waarom een probleem terugkerend is en welke opvattingen en mentale modellen hieraan ten grondslag liggen. Als je die antwoorden hebt, kun je kijken naar een blijvende oplossing.
Een voorbeeld van zo’n probleem op onze school zijn de PTA-cijfers van leerlingen. Die hebben ze nodig om Centraal Eindexamen te mogen doen.
Maar ieder jaar weer zijn die cijfers lang niet bij alle leerlingen op orde. We weten dan ook altijd van tevoren dat we aan het einde van het schooljaar keihard gaan rennen om allerlei brandjes te blussen.
Van dit terugkerende probleem maakte ik een opdracht voor mijn master: waar komt het probleem nou vandaan? Welke patronen liggen daaraan ten grondslag? En kijken we eigenlijk ook naar ons éigen aandeel in de situatie, en niet alleen naar die van de leerlingen?
Een oplossing hebben we nog niet. Maar we zijn ons nu wel heel bewust van het probleem. Met het team gaan we nu kijken naar wat we kunnen doen om tot een duurzame oplossing te komen. En dat hoeft niet morgen al; we nemen er de tijd voor.”
Hoe heeft de module je geholpen in je eigen ontwikkeling als teamleider?
“Ik ben me veel bewuster van mezelf, van mijn kwaliteiten, mijn rol als teamleider en mijn aandeel in bepaalde situaties. Die bewustwording heeft mijn ontwikkeling een enorme boost gegeven.
Het achterhalen van terugkerende patronen binnen de organisatie hielp mij daarbij. Ook het idee dat je niet meteen een oplossing hoeft te hebben, gaf me rust. Ik heb geleerd om zaken op een hele andere manier te bekijken en te benaderen en ik vind het ontzettend leuk om mijn team hierin mee te nemen.”
Wat vind je bijzonder aan de opleiding(en) bij NSO-CNA?
“Toen ik besloot een master te doen, keek ik eerst goed om me heen: hoe doen andere opleiders het? Ik bekeek veel masters, maar kwam uiteindelijk weer bij NSO-CNA uit.
Dat kwam onder andere door de modules, die goed laten zien hoe de MEL is opgebouwd. Heel duidelijk en interessant.
Daarnaast is de werkwijze een ‘unique selling point’: je bent continu bezig de theorie toe te passen op je eigen vraagstukken op school. Zo ben je niet alleen maar bezig met een papiertje halen, maar vooral met verbeteringen op je eigen school bewerkstelligen terwijl je ontzettend veel leert – vanuit de theorie én in de praktijk.”
Zou je Ontwikkelingsgericht Leiderschap aanbevelen bij anderen?
“Zeker. Sterker nog, dat héb ik al gedaan.
Ik ben gewoon heel tevreden. Ook bijvoorbeeld over het contact met de docenten. Die zijn zelf professionals uit het veld, net zo gedreven als ikzelf en dikwijls auteur van literatuur over schoolleiderschap en professionele ontwikkeling.”
Dit bericht is geschreven op 10 december 2021
Willemijn Stolk, afdelingsleider Keizer Karel College Amstelveen
Dit onderwijsjaar ging onze nieuwe Master Educational Leadership (MEL) in première. Inmiddels is de eerste lichting MEL-studenten volop bezig hun leiderschap te verdiepen. Of, zoals wij het graag verwoorden: aan het doorgroeien naar excellent en betekenisvol leiderschap.
Maar wat betekent dat concreet in de praktijk? Hoe is de MEL opgebouwd, wat wordt er van de studenten gevraagd, en hoe ervaren zij dat? Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen, en wat kunnen ze ermee in hun dagelijkse praktijk als leidinggevende?
Om die vragen te beantwoorden, besloten we 2 MEL-studenten te volgen tijdens hun hele master. Zij delen hun ervaringen graag met jou. Hopelijk geeft dit inkijkje jou handvatten om te bepalen of ook voor jou de tijd gekomen is om je mastertitel te halen.
Hieronder het eerste interview van november 2021 met Willemijn. En hoe het verder ging?
Willemijn: “Wat ik leer, levert nú al pure winst op in mijn praktijk”
Willemijn Stolk startte in 2000 als docent maatschappijleer bij het Keizer Karel College in Amstelveen. Op die school werkt ze nog steeds, maar inmiddels al 3 jaar als Afdelingsleider van 1, 2 en 3 havo. Om haar leidinggevende kwaliteiten te ontwikkelen, volgde ze al eerder een opleiding Middenmanagement. Die gaf een goede basis, maar ze merkte dat ze méér wilde…
Waarom wilde je een master doen?
“Het korte antwoord is: omdat ik altijd in ontwikkeling wil blijven.
In mijn loopbaan had ik altijd al neventaken. Onder andere als coördinator en ondersteunend afdelingsleider. Toen ik zelf afdelingsleider werd, merkte ik al snel dat meer nodig had dan alleen mijn talent. Leiderschap is immers óók een ambacht.
Maar of ik een master wilde doen? Dat wilde ik eerst ontdekken. Daarom volgde ik vorig onderwijsjaar al 2 losse mastermodules. Daar had ik veel aan. Toen wist ik het zeker: ik wilde de volledige master doen.”
Waarom koos je voor de master van NSO-CNA?
“Een andere opleiding heb ik niet overwogen. Onder andere omdat collega’s NSO-CNA bij mij aanbevolen. Hun enthousiasme werd bevestigd toen ik de losse modules volgde.
Gedurende die tijd schakelde NSO-CNA natuurlijk nét over op de nieuwe master. Daardoor was het niet helemaal duidelijk of ik bijvoorbeeld delen kon overslaan omdat ik al modules had afgerond. Uiteindelijk kon dat gelukkig wél.
Ik keek er ook naar uit om in cohort de MEL te volgen. Oftewel: om 2,5 jaar aan de slag te gaan met een vaste groep, die je steeds beter leert kennen. Mensen met wie je makkelijk contact hebt, waarmee je kunt sparren, feedback kunt vragen, etc.”
Welke verwachtingen heb je van de MEL?
“Ik verwacht dat ik straks nog beter op grote lijnen kan sturen, en vooruit kan denken. Daarnaast dat we beter kunnen onderbouwen waarom we iets (willen) doen. Zodat we onze plannen kunnen legitimeren – vooraf én achteraf.
Ook wil ik bewuster mijn leiderschapsvaardigheden kunnen inzetten. Nu heb ik het gevoel dat ik vooral een intuïtieve leider ben. Dat legt me geen windeieren, maar ik zou graag meer willen sturen vanuit onderbouwde kennis over leiderschap.
Tot slot wil ik mijn persoonlijk leiderschap meer in balans brengen. Nu help ik bijvoorbeeld bij alles mee. Dat doe ik vanuit mijn betrokkenheid en gedrevenheid. Maar de vraag is of ik niet veel te veel participeer. Voor mijn gevoel kan ik veel meer regisseren, en zo zaken loslaten en overlaten aan anderen. Dat zal me sowieso veel meer rust geven.”

De MEL is sinds september van start gegaan. Hoe was de startsessie?
“Heel prettig. De startsessie is een 3-daagse die vooral in het teken staat van persoonlijk leiderschap. Tijdens die dagen maak je een intensief proces door met de groep. Eén effect daarvan is dat je elkaar al goed leert kennen.
De oefeningen en opdrachten gaan vooral over wie je zelf bent als leider, en waaróm je zo bent. We onderzochten bijvoorbeeld welke gebeurtenissen uit mijn leven ervoor zorgen dat ik naar dingen kijk zoals ik kijk, en dingen doe zoals ik ze doe. Dat gaf me belangrijke inzichten waar ik verder mee kan.
Zo werd ik me er heel goed van bewust dat ik een ontzettende versneller ben. Oftewel: van nature ben ik niet zo’n reflecteerder. Ik analyseer wel om continu dingen mooier en beter te doen, maar af en toe even stilstaan? Terug naar het ‘waarom’ van wat ik doe? Dat doe ik niet zo snel, dát is mijn valkuil. Want dan kun je dingen om de verkeerde redenen gaan doen. Of kun je anderen niet goed uitleggen waarom je iets doet, terwijl daar vaak wel behoefte aan is.
Daarnaast kan ik nog weleens vergeten dat er ook nog andere invalshoeken zijn dan alleen de mijne. Door me daar van bewust te zijn, kan ik makkelijker uit mijn eigen bubbel stappen, meningen van anderen meenemen en – als blijkt dat dat beter is – een andere weg inslaan.”
Hoe bevalt de Master Educational Leadership tot nu toe?
“Ontzettend goed. We zijn slechts een paar maanden onderweg, maar ik gebruik wat ik leer nu al tijdens mijn werk. Alles wat ik tijdens de master doe, heeft een directe link met mijn eigen praktijk.
Ik zie zelfs al het effect van wat ik toepas. Zo kreeg ik de opdracht om een analyse van mijn team te maken, samen mét mijn team.
Voor de analyse gingen we in gesprek over onze samenwerking: wat gaat goed, wat minder, wat verwachten leden van elkaar en van mij als teamleider? Dit dwong ons om op het proces te zitten, waar we hiervoor vooral op de inhoud zaten.
Tijdens de analyse kwam er veel los: dingen die al langer speelden, maar waar weinig ruimte voor was omdat we steeds met de inhoud bezig waren. Dat gaf mij het inzicht dat we momenteel als team moeten vertragen en nog veel meer in moeten zoomen op dat proces.
Ik merk nu al wat een verdieping dat geeft in het team en in onze relaties met elkaar. We houden nu bijvoorbeeld meer rekening met mindergehoorde meningen. Ook zijn we weer veel meer bezig met dat ‘waarom’: we reflecteren en evalueren.
Zo zijn we als team hechter geworden. Er is meer verbondenheid. Eenieder voelt zich gezien en ziet anderen. Ook ontstaan er spontaan initiatieven om elkaar te helpen of begeleiden bij wat er speelt. Dat is pure winst, en dat terwijl ik nog maar net begonnen ben met de master.”
Kun je de master goed combineren met je drukke baan?
“Eerlijk is eerlijk: de MEL is intensief. Niet alleen omdat het gewoon hard werken is, maar óók omdat je continu uitgedaagd wordt om uit je comfort zone te stappen. Dat kost ook energie.
Bijvoorbeeld bij wat ik hierboven beschreef, tijdens de teamanalyse: als ik zo’n gesprek moet leiden, denk ik nu nog ‘o help, kan ik dat? Moet ik dat wel doen? Wat levert dit op?’. Maar dat is júist wat ik wil: mezelf verder ontwikkelen.
Je moet ervoor willen gaan. En er daarnaast de ruimte voor in je hoofd én in je privésituatie hebben. Eén ding weet ik zeker: ik ben blij dat ik eraan begonnen ben. Want mijn leiderschap verdiept zich, nú al.”

De MEL-reis van Willemijn:
Dit bericht is geschreven op 2 april 2022
MEL-student wederom aan het woord:
Willemijn Stolk, afdelingsleider Keizer Karel College Amstelveen
Dit onderwijsjaar ging onze nieuwe Master Educational Leadership (MEL) in première. Inmiddels is de eerste lichting MEL-studenten volop bezig hun leiderschap te verdiepen. Of, zoals wij het graag verwoorden: aan het doorgroeien naar excellent en betekenisvol leiderschap.
Maar wat betekent dat concreet in de praktijk? Hoe is de MEL opgebouwd, wat wordt er van de studenten gevraagd, en hoe ervaren zij dat? Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen, en wat kunnen ze ermee in hun dagelijkse praktijk als leidinggevende?
Om die vragen te beantwoorden, besloten we 2 MEL-studenten te volgen tijdens hun hele master. In november interviewden we Willemijn al. Nu (maart 2022) vertelt ze hoe het haar sindsdien verging.
Willemijn: “De MEL symboliseert voor mij de toekomst van mijn leiderschap”
Willemijn vertelde in november dat ze verschillende leerdoelen had. Zo wil ze beter op grote lijnen leren sturen, meer vooruit denken. En vooral: de onderwijskundige plannen die ze met haar team heeft, beter onderbouwen. Terwijl ze bewuster haar leiderschapsvaardigheden inzet en meer regisseert en loslaat. Daar had ze toen al stappen in gemaakt. Hoe is dat nu?
Is het sinds november gelukt om nóg bewuster leiding te geven, en meer los te laten?
“Bij vlagen is dat gelukt, ja. Maar ik kreeg in december ook te maken met veel onvoorziene omstandigheden. Vooral onderbezetting, door corona en de regels eromheen uiteraard.
Zo was ik een tijdje mijn leerlingencoördinator en conciërge kwijt. En misten we zo’n 20 tot 25 collega’s per dag, verdeeld over de locaties. Dat betekende onder andere klassen die 12 tot 15 tussenuren in de week hadden.
Opeens moest ik veel meer ballen in de lucht houden. Daardoor schoot ik in mijn oude systeem terug om het beheersbaar te houden. Dus in de pragmatische stand, van alles regelen, continu reageren op wat er gebeurde, etc. Eigenlijk heb ik een hekel aan dat soort reactief leiderschap, maar in december moest dat even.”
Lukte het dan wel om aandacht en energie voor de MEL te reserveren?
“Gelukkig kwamen veel mensen half januari weer terug. Toen kon ik weer meer loslaten.
Maar zelfs in december lukte het me om tijd te vinden voor de master. De modules heb ik gehaald, en daar ben ik trots op.
Ook probeerde ik in die hectische periode het geleerde in de praktijk te brengen. Ik zoomde veel meer in, vertraagde en stelde steeds de ‘waarom?’-vraag: waarom doen we deze dingen nu? Kunnen we het de volgende keer anders doen? En waarom dan?
Zo zorgde de MEL ervoor dat ik bleef reflecteren en helikopteren. En prioriteiten bleef stellen en ondertussen de toekomst in het oog bleef houden. Want we zijn ondertussen ook ‘gewoon’ bezig om onderwijsvernieuwingen door te voeren. Dat blijft met stip op 1 staan, al is het maar omdat de leerlingen ook om ander onderwijs vrágen.
Ik vond het ook mooi om te zien dat de docenten en medestudenten mijn reflectie heel sterk vonden. Dus ja, ook in drukke periodes bewijst de MEL z’n meerwaarde.”
Dus de MEL heeft je leiderschap sinds november weer verder verdiept?
“Ja, ik merk nog steeds hoeveel de master me brengt. Dat is niet altijd heel expliciet. Maar ik vergaar steeds meer context, waarbinnen ik mijn werk uitvoer. En mijn blikveld wordt steeds breder.
Daardoor kan ik aan het MT ook steeds meer bijdragen. Bij de ontwikkeling van ons onderwijs ben ik bijvoorbeeld al veel meer aan het structureren: waarom doen we dit? Hoe bedden we het in? Hebben we een plan? Wat zijn de kosten? En wat is de planning?
Ik was daar al goed in, maar ik doe het nu veel meer vanuit de strategie, vanuit richting geven.”

Waar zijn jullie bij de MEL nu mee bezig?
“Inmiddels zijn we met 2 nieuwe modules gestart: Bedrijfskundig Leiderschap en Omgevingsgericht Leiderschap. Voor de eerste heb ik een vrijstelling, want die deed ik al vóórdat ik voor de master koos.
Maar met Omgevingsgericht Leiderschap was ik nog niet bezig. Vóór de MEL was ik vooral bezig met wat er binnen de afdeling gebeurde. Sinds de MEL kijk ik veel meer schoolbreed. En nu komt daar weer een component bij: wat gebeurt er om de school heen, wat voor invloed heeft op onze organisatie?
Bij ons is daar een heel concreet voorbeeld van: wij zien dat de aansluiting van de leerlingen op het vervolgonderwijs beneden gemiddeld is. Om die te verbeteren, zullen we ook extern moeten kijken. Daarom zijn we in gesprek met de schoolorganisaties van dat vervolgonderwijs. Bij omgevingsgericht leiderschap leer ik hoe ik dat op een effectieve manier kan organiseren en waar ik dan allemaal rekening mee moet houden.”
Hoe bevalt de masteropleiding in het algemeen?
“Ik ben nog steeds enthousiast over de inhoud en de opdrachten. Ik heb er veel aan, zoals uit bovenstaande blijkt.
Wel denk ik dat het soms nog iets te statisch, iets te docentgestuurd is. Die manier past niet echt bij mijn leerstijl. Veel liever ga ik tijdens colleges met medestudenten sparren over onze opdrachten. Om die te verdiepen. Waarbij de theorie als handreiking fungeert.
Maar dat is ook het mooie van NSO-CNA: ze vragen ons continu om feedback over de opleiding. En daar doen ze merkbaar iets mee. De master zal alleen maar beter worden.
Overkoepelend geldt: de MEL symboliseert de toekomst van mijn leiderschap. Dit doe ik echt voor mezelf, voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Daar haal ik iedere dag weer energie uit.”
Meer informatie over de Master Educational Leadership.
De MEL-reis van Willemijn:
Dit bericht is geschreven op 19 oktober 2022
In 2021 ging onze nieuwe Master Educational Leadership (MEL) in première. De eerste lichting MEL-studenten is volop bezig hun leiderschap te verdiepen. Of, zoals wij het graag verwoorden: aan het doorgroeien naar excellent en betekenisvol leiderschap.
Maar wat betekent dat concreet in de praktijk? Hoe is de MEL opgebouwd, wat wordt er van de studenten gevraagd, en hoe ervaren zij dat? Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen, en wat kunnen ze ermee in hun dagelijkse praktijk als leidinggevende?
Om die vragen te beantwoorden, besloten we 2 MEL-studenten te volgen tijdens hun hele master. In november 2021 en maart 2022 interviewden we Willemijn Stolk al. Nu, september 2022, vertelt ze hoe het haar sindsdien verging, en wat ze verwacht van het nieuwe onderwijsjaar.
Willemijn: “De kennis en vaardigheden worden onderdeel van mijn leiderschap”
Inmiddels heeft Willemijn de 1e fase van de MEL achter de rug. Een fase waarin vooral veel kennis overgebracht werd. Wel heel nuttig en interessant, maar het paste niet helemaal bij haar leerstijl: ze ontdekt liever, in een leergemeenschap met medestudenten en docenten. Daarom kijkt ze uit naar de 2e fase, die medio september begint.
Niet alleen de master begint weer, ook je eigen school is weer van start gegaan…
“Nou en of. En dat is pittig, want we zijn ook net verhuisd. Naar een prachtige nieuwe onderwijslocatie, dat wel. Maar het zorgt ervoor dat het onrustiger en onwenniger is dan normaal aan het begin van een nieuw schooljaar, wel weer met veel energie en optimisme!
Daardoor ben ik nu ook nog niet heel erg bezig met de MEL. De master zit al wel in mijn achterhoofd, hoor. En, leuk om te melden, dit jaar heb ik mijn eerste succes al geboekt! Namelijk dat we concreet aan de slag gaan met een visie op leren en ontwikkelen.
Ik merk ook dat ik dit jaar anders begin dan voorheen. De kennis en vaardigheden die ik tot nu toe in de master heb opgedaan, zijn onderdeel geworden van mijn leiderschap. Dat is goed om te merken.”
Hoe heeft de MEL je geholpen om een onderwijsvisie op de kaart te krijgen op je school?
“Vorig jaar kregen we de module Visiegestuurd Leiderschap. Daarin maakte ik voor mezelf heel concreet wat míjn visie op leren is. Toen ontdekte ik hoeveel ik op gevoel deed, vanuit mijn drive en passie. Dat is niet perse slecht, maar óók niet onderbouwd.
Vanuit leertheorieën kon ik mijn visie wél concreet maken en onderbouwen. Daardoor realiseerde ik me ook dat er bij ons geen visie op leren en ontwikkeling op papier staat. Mijn collega’s ríepen daar wel om. Want we zijn al enige tijd bezig om een nieuw onderwijsconcept te ontwikkelen. Maar we missen daar een duidelijke richting in.
Het opschrijven van onze visie op leren en ontwikkelen zal ons helpen richting te geven aan onze onderwijsvernieuwing. Daar zijn genoeg mensen binnen de organisatie nu ook van overtuigd. Dat ging niet zonder slag of stoot. Want sommigen zeiden: we hebben toch al een concrete visie? Maar nee, we hebben nu vooral het schoolplan met daarin onze kernwaarden. Die geven hoogstens algemeen richting.
De MEL hielp mij om dit gesprek te starten in mijn school. Om pleitbezorger te worden van een visie op leren en ontwikkelen. De kennis en ervaring vanuit de module maakte me bewust. Anders had ik nooit die rol als pleitbezorger aangenomen.”
De vorige keer was je ook net gestart met Omgevingsgericht Leiderschap. Hoe is dat gegaan?
“Dat was en is nog steeds een uitdaging. Want dit ligt buiten mijn comfortzone. Tot die module was ik als leider erg naar binnen gekeerd: ik stond middenin mijn school, maar keek niet echt naar de invloed van de buitenwereld.
Vragen als ‘wat hebben we te halen uit de buitenwereld?’ en ‘hoe breng je dat de school in?’ spelen nu door mijn hoofd. Maar daarin heb ik me nog te ontwikkelen. De grote winst is dat ik me daar nu van bewust ben. Ik heb daardoor al wel wat zaken aangestipt binnen mijn organisatie.”
De MEL gaat bijna weer van start. Wat verwacht je van komend studiejaar?
“Ik kijk ernaar uit, en ben nieuwsgierig. De modules hebben we nu gehad. We worden niet meer volgepompt met kennis, en gaan veel meer onderzoeksmatig aan de gang.
Ik hoop – en verwacht – daarom dat we in deze 2e fase veel meer zelf aan de slag gaan. Met eigen vraagstukken werken. En daarbij veel sparren en overleggen met studenten en begeleiders. Oftewel: dat we veel meer in een leergemeenschap gaan werken.
Daarom heb ik er veel zin in. Dit past meer bij mijn leerstijl: ontdekkend, participerend, zelfstandig.”
Heb je al een vraagstuk waar je mee aan de slag wilt straks?
“Nog geen concreet vraagstuk, maar wel een richting. Want er zit iets in de onderstroom van onze school, waardoor verschillende dingen niet lekker lopen. Communicatie loopt niet vloeiend, er wordt niet altijd een gedeelde verantwoordelijkheid gevoeld voor een gezamenlijke aanpak en toch willen veel mensen in de organisatie samen toewerken naar een nieuw onderwijsconcept. Er is daarnaast onrust en ontevredenheid onder een deel van de collega’s, ook zijn er afgelopen jaar veel collega’s om uiteenlopende redenen vertrokken.
Naar mijn gevoel grijpt alles in elkaar. Ik ben er heel nieuwsgierig naar of ik die puzzel uit elkaar kan krijgen dankzij de master. Zodat ik er de vinger op kan leggen. En weet wat we te doen hebben om de situatie te verbeteren.”
Na de jaarwisseling spreken we Willemijn weer. En horen we of haar verwachtingen voor de 2e fase van de MEL zijn uitgekomen.
De MEL-reis van Willemijn:
Dit bericht is geschreven op 31 januari 2023
In 2021 ging onze nieuwe Master Educational Leadership (MEL) in première. De eerste lichting MEL-studenten is volop bezig hun leiderschap te verdiepen. Of, zoals wij het graag verwoorden: aan het doorgroeien naar excellent en betekenisvol leiderschap.
Maar wat betekent dat concreet in de praktijk? Hoe is de MEL opgebouwd, wat wordt er van de studenten gevraagd, en hoe ervaren zij dat? Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen, en wat kunnen ze ermee in hun dagelijkse praktijk als leidinggevende?
Om die vragen te beantwoorden, besloten we 2 MEL-studenten te volgen tijdens hun hele master. Willemijn Stolk spraken we voor de vierde keer. Hoe is het nu met haar? In november 2021, maart 2022 en september 2022 interviewden we haar al.
Willemijn: “Weer veel verder in mijn ontwikkeling als leider”
In september 2022 vertelde Willemijn dat ze erg uitkeek naar de 2e fase van de MEL. Want die zou veel meer bij haar leerstijl passen: aan de slag met een eigen vraagstuk, op een onderzoeksmatige wijze. Waarbij ze veel meer in een leergemeenschap zou gaan werken. Dus de eerste vraag lag voor de hand:
Zijn je verwachtingen over de 2e fase van de MEL uitgekomen?
“Nou en of! Ik ben volop met mijn eigen vraagstuk bezig. Het moest een complex vraagstuk zijn. Dus iets waar je niet direct je vinger achter krijgt. En waar veel omheen speelt.
Mijn vraagstuk gaat over onderwijsontwikkeling: op onze school willen we samen leren en ontwikkelen op gang brengen.
De afgelopen maanden zaten we in de diagnosefase: eerst ga je je vraagstuk doorgronden met actie-onderzoek. Daar ben ik flink ingedoken, met het boek van Hans Vermaak, Plezier beleven aan Taaie vraagstukken, in de hand. Dat gaat over werken aan veranderen als het gaat om complexe vraagstukken in je organisatie.
Met een diagnose maak je zichtbaar wat onder water blijft. Welke patronen zich blijven herhalen, die de verandering in de weg staan?”
Hoe bevalt die onderzoeksmatige aanpak in de praktijk?
“In het begin even wennen. Want onderzoeksmatig werken betekent ook: sámen onderzoek doen. Samen met anderen in de school zoeken we naar die weerbarstige patronen in onze eigen organisatie. Van huis uit heb ik een academische aanpak: in m’n eentje onderzoek doen en conclusies trekken.
Maar het wende snel: de samenwerking levert prachtige gesprekken op. Ik zie dat dat direct iets met mensen doet. Ze voelen zich bijvoorbeeld gehoord en zijn veel meer betrokken.
Zelf ging ik ook heel anders kijken. Want ik werk al 23 jaar op deze school. Dus ik had best wel wat ideeën over onze patronen en valkuilen. Dankzij alle gesprekken heb ik een veel completer en gemêleerder beeld gekregen.”
Welke rol speelden je medestudenten in dit proces, als leergemeenschap?
“We zitten nog steeds in dezelfde ankergroepen die we vorig jaar vormden. Die zijn in principe gericht op persoonlijk leiderschap. Maar we zochten elkaar ook geregeld op voor feedback op elkaars vraagstukken.
Onlangs rondden we de diagnosefase af met een presentatie over ons vraagstuk. In voorbereiding daarop kwamen we op zondagavond bij elkaar. Toen lieten we elkaar onze presentaties zien. Ook dat gaf weer een verdieping aan het ‘samen leren’.
Daarnaast zijn er de campusdagen, waarop je weer in een ander groepje komt. Ook dat geeft verdieping, want je oefent en reflecteert samen. Dat helpt om weer nét even anders naar je vraagstuk te kijken.
En bij de afsluiting van de diagnosefase kwamen we wéér in een ander groepje. Wat wederom nieuwe inzichten opleverde.
Zo heb je de beschikking over veel verschillende brillen – of hulpbronnen – om je vraagstuk vanuit een andere invalshoek te benaderen. Een enorme verrijking.”
Waar sta je nu in je eigen leiderschap?
“De afgelopen maanden waren echt wel een rollercoaster. Het is gewoon pittig, je eigen school leiden en tegelijkertijd de master doen. Maar dat levert zó veel op. Voor mijn gevoel ben ik weer veel verder in mijn ontwikkeling als leider.
Zo heb ik nu veel meer focus op het proces van veranderen. Ik ben me ervan bewust geworden hoe belangrijk het is om daar vooraf goed over na te denken. Dus niet vanuit de uitkomst (wat moet de verandering opleveren), maar ‘hoe creëren we samen beweging’. Dat vergt veel denkwerk.
Voorheen was ik veel oplossingsgerichter: ‘We moeten daarheen, en dat moet op die datum gelukt zijn.’ Maar dat vooraf bedenken is helemaal niet meer zo interessant. Ik vind het veel interessanter om goed helder te krijgen wat er aan de hand is. Diagnosticeren dus, wat we de afgelopen maanden gedaan hebben met ons vraagstuk.”
Heb je nog een voorbeeld van hoe je je als leider ontwikkeld heb?
“Ik besefte dat een grote kracht van mij op de achtergrond geraakt was: mensen verbinden. Die oplossingsgerichte kant van mij had de overhand gekregen. Toen ik die losliet, kwam er ruimte om een deel van mezelf te herontdekken.
Het mooie is dat mensen om me heen dat spontaan teruggeven: dat ze het fijn vinden om met mij samen te werken, omdat ik naar ze luister en ze serieus neem. Zelf vind ik dat ook weer veel belangrijker. Want dan bereik je veel meer. Sámen.”
Hoe is de begeleiding vanuit NSO-CNA bij onderzoeksmatig werken?
“Ik merk dat ze vanuit de MEL ook nog op zoek zijn naar hoe ze de 2e fase het beste vorm kunnen geven. Niet gek, aangezien wij de eerste lichting MEL-studenten zijn. Waar het moet schaven ze bij, soms worden opdrachten aangepast. Je zou kunnen zeggen dat zij óók onderzoeksmatig bezig zijn.
Of ik dat vervelend vind? Meestal niet. Het maakt de opleiding extra dynamisch. Natuurlijk, aan de ene kant wil je duidelijkheid en richting. Maar het geeft ook een gevoel van saamhorigheid: wij zijn niet de enige die aan het nadenken zijn over dit soort zaken.
Bovendien zit het mijn ontwikkeling niet in de weg. Het biedt juist ruimte voor eigen accenten. Omdat niet alles in beton gegoten is, kan ik er meer mijn eigen draai aan geven. Dat vind ik juist wel fijn, hoewel het soms ook zoeken is naar de vorm en richting van de opdrachten.”

De afgelopen maanden vonden ook de eerste NSO-CNA Masterclasses plaats. Hoe bevielen die?
“Ja, binnen de MEL noemen we die ‘Campusdagen’. Dan zijn er in de ochtend sprekers over grote thema’s als inclusiviteit en interconnectiviteit – de Masterclass dus. En in de middag gaan we met ons eigen vraagstuk aan de slag.
Stiekem was ik sceptisch over die Masterclasses. Ik dacht: hoe gaan die mij helpen? Maar ze hebben me bijzonder aangenaam verrast. Met name de Masterclass over interconnectiviteit heeft me heel erg aan het denken gezet. Die ging erover dat je veel meer vanuit bestaande knooppuntjes in je organisatie gaat ontwikkelen.
Dat herkende ik heel erg in mijn eigen school. Waardoor ik ging nadenken over hoe wij organiseren. Dat doen we erg ‘blauw’: doel- en uitkomstgericht, waar ik het eerder al over had. Terwijl dat dus helemaal niet bij ons past. We zeggen dat te willen, maar doen dat nooit. Het gaf mij veel haakjes om dit ter sprake te brengen op mijn school.”
In september vertelde je ook dat jullie bezig waren met een onderwijsvisie. Hoe staat het daarmee?
“Ja, ik vertelde toen hoe de MEL me hielp om daar pleitbezorger van te worden op mijn school. Inmiddels is de onderwijsvisie in concept klaar. De schoolleiding heeft er feedback over gegeven en we hebben het concept gestuurd aan verschillende afdelingen binnen de school. Volgende week bespreken we die met de vertegenwoordigers van die afdelingen. Daarna gaan we daar samen mee aan de slag om het concept te verbeteren.
Aan het einde van dit schooljaar moet de visie gereed zijn. Dan is de volgende stap dat de teams er systematisch en concreet mee aan de slag gaan en de afdelingsplannen daar uiting aan geven.
Bij deze veranderingen hebben we al veel beter nagedacht over het proces. Over hoe we medewerkers betrekken en vanuit gezamenlijkheid ontwerpen. Heel leuk om te zien hoe we daarin al stappen maken. Het helpt ook dat een andere leidinggevende van mijn school dit jaar ook begonnen is met de MEL. Ik heb nu een partner-in-crime.”
Aan het einde van dit studiejaar spreken we Willemijn weer. Dan horen we hoe haar leiderschap zich weer verder ontwikkeld heeft.
Dit bericht delen met anderen kan makkelijk via ons bericht op LinkedIn.
Dit bericht is geschreven op 9 december 2021
Cor van Wijngaarden, Onderwijsmanager STC Group, Rijn- en binnenvaart en Zeevisvaart
In september 2021 ging onze nieuwe Master Educational Leadership (MEL) in première. Inmiddels is de eerste lichting MEL-studenten volop bezig hun leiderschap te verdiepen. Of, zoals wij het graag verwoorden: aan het doorgroeien naar excellent en betekenisvol leiderschap.
Maar wat betekent dat concreet in de praktijk? Hoe is de MEL opgebouwd, wat wordt er van de studenten gevraagd, en hoe ervaren zij dat? Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen, en wat kunnen ze ermee in hun dagelijkse praktijk als leidinggevende?
Om die vragen te beantwoorden, besloten we 2 MEL-studenten te volgen tijdens hun hele master. Zij delen hun ervaringen graag met jou. Hopelijk geeft dit inkijkje jou handvatten om te bepalen of ook voor jou de tijd gekomen is om je mastertitel te halen.
Hieronder het eerste interview van november 2021 met Cor. En hoe het verder ging? Dat lees je in de volgende delen:
Cor: “De MEL is écht integraal, niets staat op zichzelf”
Cor van Wijngaarden had jarenlang een binnenvaartonderneming, samen met zijn vrouw. Maar ze wilden hun kinderen niet naar een schippersinternaat sturen. Daarom maakte hij in 2013 de overstap naar het mbo. Eerst als docent Binnenvaartkunde, maar vanaf 2017 is hij Onderwijsmanager.
Waarom wilde je een master doen?
“Omdat ik een volgende stap wil maken in mijn carrière. Als onderwijsmanager stuur ik een team aan, maar ben ik ook verantwoordelijk voor de totale organisatie van het onderwijs in mijn sector. Daar komen dus ook veel bestuurlijke en facilitaire zaken bij kijken.
Ik wil me meer gaan richting op het vormen van ons onderwijs: ik wil mijn visie op het onderwijs beter kunnen onderbouwen, en vervolgens verwerkelijken. Dat betekent onder andere dat ik mijn team daarin moet kunnen meenemen. Dat vraagt leiderschap.
Eén van mijn leerdoelen is om verbindend leiderschap te tonen. We hebben namelijk 5 locaties. Die verschillen van elkaar, en dat is niet erg. Maar het is wel belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven en binding te houden. Dat kan op dit moment beter.
Kortom: ik wil mijn leiderschap naar een hoger niveau tillen, mijn visie op onderwijs verder ontwikkelen én onderbouwen, daar draagvlak voor vinden en vervolgens mijn visie uitvoeren.”
Waarom koos je voor de master van NSO-CNA?
“Mijn leidinggevende volgde enkele jaren geleden al een master bij NSO-CNA. Van hem kreeg ik de leiderschapsacademie warm aanbevolen. Hij zei: ‘Je wordt een ander mens, Cor!’ Onder andere – volgens hem – omdat je leert verder te kijken dan alleen je eerste eigen mening. Hij en ik hebben beiden snel onze mening klaar, maar daar moet je natuurlijk niet altijd van uitgaan.
Natuurlijk ging ik zelf ook op onderzoek uit. Wat me bijbleef, is dat NSO-CNA echt onderwijs ademt. Bovendien stond deze master erg goed aangeschreven.
Een master doe je maar één keer in je leven. Dan wil je er wel een met een waardevol diploma, waar je veel kanten mee uit kunt.
Nou, de MEL voldoet aan alle bovengenoemde punten!”
Welke verwachtingen heb je van de MEL?
“Dat ik na de master daadwerkelijk die volgende stap kan zetten:
Vanuit mijn huidige onderwijsmanagersrol doorgroeien naar een andere functie met brede verantwoording. Een functie waarin ik mijn visie kan verwerkelijken, samen met een gemotiveerd team dat ik aanstuur.”

De MEL is sinds september van start gegaan. Hoe was de startsessie?
“Intensief! Vooral de eerste dag. Toen was het vooral zoeken en aftasten. Je kent je medestudenten dan immers nog niet. Bovendien was ik ietwat een vreemde eend in de bijt: ik als zij-instromer uit het mbo tussen allemaal mensen met vaak al een universitaire studie en tweedegraads bevoegdheden.
Dus het was even uitvinden met wie ik te maken had, en hoe ik binnen de groep zou landen. Er schoten vragen door mijn hoofd als ‘pas ik hier überhaupt wel tussen?’. Gelukkig werd ik daarin snel gerustgesteld, omdat we snel met elkaar aan de slag gingen.
Op de derde en laatste dag was er nog een pittige ochtendsessie, waarin we onze knelpunten opzochten, leerdoelen formuleerden, en daarmee de diepte in gingen. Waarom zíjn dat je leerdoelen? Waar komen je knelpunten vandaan? Dan kom je al snel over privé-onderwerpen.
Aan het einde van de derde dag was het duidelijk: ja, ik pas hiertussen, ik ben op mijn plek. Er was ook een hecht teamgevoel ontstaan, dankzij de drie lange dagen waarin we echt meters maakten met elkaar. Het ijs was gebroken en een basis van vertrouwen gelegd. Daardoor gingen we samen veel opener de master in. Als ik nu bijvoorbeeld feedback nodig heb van een medestudent, doe ik dat zonder schroom.”
Hoe bevalt de Master Educational Leadership tot nu toe?
“Op dit moment zijn we bezig met de modules Ontwikkelingsgericht Leiderschap en Visiegestuurd Leiderschap. Beide zijn mooie modules met opdrachten die je echt uitdagen.
Wat opvalt is dat de MEL écht integraal is: niets staat op zichzelf. Ik ben steeds bezig om al gemaakte opdrachten te verrijken en bij te sturen met nieuwe inzichten en kennis.
Anders gezegd: ik merk continu dat ik stof uit de ene module kan gebruiken bij de andere, en omgekeerd. Dat zal de hele master zo blijven. Zo bouw je echt aan een rijk portfolio, dat zich continu doorontwikkelt.”
Kun je de master goed combineren met je drukke baan?
“Ja, dat lukt erg goed.
Dat heeft er deels mee te maken dat je de kennis en inzichten direct kunt toepassen op je eigen praktijk. Mijn team vroeg mij: ‘Goed, wat gaan wij ervan merken dat jij de master doet?’ Welnu, dat is inmiddels kraakhelder:
Het team ontwikkelt zich nu sneller doordat ik niet meer overal controle over wil houden. Die leg ik inmiddels bij het team zelf. Dat heeft ervoor gezorgd dat onze doelen nu echt gezamenlijke doelen zijn, waar het team evenveel verantwoordelijkheid voor voelt als ik.
Daarnaast lokt de master uit om mijn eigen leiderschapsstijl te hanteren, en niet voort te borduren op mijn voorgangers. Dat voelt niet meer als eigenwijs zijn, maar als onderbouwd mijn eigen koers varen.
De MEL is daarnaast goed te combineren omdat ik er goede afspraken over gemaakt heb binnen de organisatie. Zo ben ik iedere vrijdag vrijgeroosterd. Ook krijg ik op de locaties ondersteuning van een coördinerend docent voor alle operationele zaken.
Dat is ook mijn advies aan anderen: zorg dat je voldoende tijd en ruimte hebt voor de master. Zelfs dan is de opleiding erg pittig. Daarom moet je óók privé alle lichten op groen hebben. Bespreek het dus goed met het thuisfront.
Ik merk nu al: de master is het waard. Het is een prachtige investering in mezelf. Ik kijk dan ook vol enthousiasme uit naar de komende jaren.”

Dit bericht is geschreven op 2 april 2022
MEL-student wederom aan het woord:
Cor van Wijngaarden, Onderwijsmanager STC Group, Rijn- en binnenvaart en Zeevisvaart
In september 2021 ging onze nieuwe Master Educational Leadership (MEL) in première. Inmiddels is de eerste lichting MEL-studenten volop bezig hun leiderschap te verdiepen. Of, zoals wij het graag verwoorden: aan het doorgroeien naar excellent en betekenisvol leiderschap.
Maar wat betekent dat concreet in de praktijk? Hoe is de MEL opgebouwd, wat wordt er van de studenten gevraagd, en hoe ervaren zij dat? Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen, en wat kunnen ze ermee in hun dagelijkse praktijk als leidinggevende?
Om die vragen te beantwoorden, besloten we 2 MEL-studenten te volgen tijdens hun hele master. In november interviewden we Cor van Wijngaarden al. Nu vertelt hij hoe het hem sindsdien verging. In november interviewden we Cor al. Nu (maart 2022) vertelt hij hoe het hem sindsdien verging.
Cor: “Nog steeds is de inhoud direct te koppelen aan mijn praktijk”
Cor vertelde in november dat hij de MEL onder andere volgt om zijn visie op onderwijs beter te kunnen onderbouwen. Om zo makkelijker draagvlak te creëren bij zijn team. En vervolgens die visie te verwerkelijken. Hij wil daarbij een verbindend leider worden, met een eigen – eveneens onderbouwde – leiderschapsstijl. Heeft hij daar inmiddels meer stappen in gemaakt?
Heeft de MEL je sinds november geholpen om je leiderschap te verdiepen en ontwikkelen?
“Ja, ik heb me gigantisch ontwikkeld. Veel dingen pak ik nu anders aan, vanuit inzichten in wie ik als leider ben.
Zo organiseerde ik laatst een studiedag met het team Binnenvaart. Die richtte ik in op basis van wat ik bij de MEL leerde. We gingen met elkaar in gesprek over de vraag ‘van wie is nu het onderwijs?’. Als antwoord kreeg ik: ‘Cor, jij bepaalt het onderwijs toch?’ Ik maakte duidelijk dat ik slechts de kaders bepaal, maar dat zíj de inhoud bepalen.
Het doel was om zo meer eigenaarschap binnen het team te creëren. En dat zie ik nu al gebeuren: teamleden nemen zelf initiatief en worden trotser op wat ze doen.
Ook de leerlingen vinden de lessen leuker. Want we kijken nadrukkelijk naar hen: heeft iedere leerling hetzelfde onderwijs nodig? Het antwoord is natuurlijk ‘nee’. We kijken daarom ook hoe we het onderwijs kunnen differentiëren. Uiteindelijk bepalen zíj of het onderwijs van kwaliteit is.”
Betekent dat dat jij ook minder invult voor het team?
“Zeker! Zo zat ik afgelopen woensdag met één van mijn teams, om de lestabel van volgend jaar in te vullen. Normaal heb ik dan al heel veel voorwerk gedaan. Nu kwam ik met een nog voornamelijk lege tabel.
Dat gaf direct ruimte. Want normaal is het curriculum best knellend: er zijn heel veel uurtjes die ‘moeten’. Maar als we naar de leerling luisteren, zijn al die uurtjes dan nodig?
Dus wat als we de lestabel invullen vanuit een concrete teamvisie op onderwijs, mede gevormd door de wensen van de leerlingen? Dan reik je misschien minder theorie aan, maar wát je aanreikt, wordt gewaardeerd en landt.”
Zijn dat ideeën die je vanuit de MEL hebt opgedaan?
“Nee, voorheen dacht ik ook over dit soort dingen na. Soms besprak ik dat binnen het MT. Dan zeiden we: ‘Ja, daar moeten we iets mee doen.’ Maar daar bleef het vervolgens bij.
Wat nu anders is – dankzij de MEL – is dat ik die ideeën kan onderbouwen. En dat ik een gereedschapskist heb om ze goed te presenteren en verwerkelijken. Dat geeft natuurlijk een hele andere uitstraling.”
Hoe krijgt dit concreet vorm binnen de organisatie?
“Het begint met die onderbouwde visie ontwikkelen. Daar zijn we nu echt mee bezig. Want ja, we willen van die frontale lessen af, die leerlingen vooral in de ‘bioscoopstand’ drukt.
Het is bijzonder als je gaat analyseren hoe we het nu doen: vanuit kaders en een curriculum dat zorgt voor een eenheidsworst, die ervoor zorgen dat iedereen hetzelfde les krijgt. Waardoor docenten steeds hetzelfde kunstje doen. Niet echt inspirerend dus.
Terwijl we een innovatieve school zijn met ongekende faciliteiten. Maar níet die theorielokalen; die zijn allesbehalve innovatief.
Zo bezig zijn met elkaar, dit analyseren, is ook nog eens ontzettend leuk. Want we weten dat we op weg zijn naar een nieuwe manier van lesgeven. Eén die iedereen ten goede komt, de leerlingen en docenten voorop.”

Hoe bevalt de masteropleiding in het algemeen?
“Nog steeds is wat we leren direct te gebruiken in de praktijk. Ook de nieuwe modules weer, waar we inmiddels mee zijn begonnen: Omgevingsgericht Leiderschap en Bedrijfskundig Leiderschap.
Beide modules kan ik goed gebruiken bij een concreet strategisch vraagstuk waar we nu mee bezig zijn: ‘Hoe kunnen we meer jongeren enthousiasmeren voor de binnenvaart?’
Welnu, de wet- en regelgeving rond de binnenvaart verandert. Wat betekent dat we de opleidingen moeten veranderen. Dat is dus de omgeving, die invloed heeft op ons onderwijs.
De vraag is nu: Hoe veranderen we ons onderwijs zodat het ook goed te vermarkten én financieel gezond is? Het antwoord moeten we deels zoeken in de omgeving (hoe ziet de markt eruit, en hoe kunnen we daarop inspelen?) en deel in het bedrijfskundige (welke financiële keuzes moeten we maken?).
Zo kan ik de inhoud van deze modules en mijn eigen leerproces wederom direct matchen met de actualiteit. En daar heeft onze school straks iets aan. Die combinatie is goud waard: én ik ontwikkel mezelf als persoon en leider, én ik help mijn organisatie vooruit.“
Meer informatie over de Master Educational Leadership.
Interviews met Cor
Interview no. 2 met Cor van Wijngaarden, maart 2022.
Interview no. 1 met Cor van Wijngaarden, november 2021.
Dit bericht is geschreven op 17 september 2022
MEL-student wederom aan het woord:
Cor van Wijngaarden, Onderwijsmanager STC Group, Rijn- en binnenvaart en Zeevisvaart
Deel 3, september 2022
In 2021 ging onze nieuwe Master Educational Leadership (MEL) in première. De eerste lichting MEL-studenten is volop bezig hun leiderschap te verdiepen. Of, zoals wij het graag verwoorden: aan het doorgroeien naar excellent en betekenisvol leiderschap.
Maar wat betekent dat concreet in de praktijk? Hoe is de MEL opgebouwd, wat wordt er van de studenten gevraagd, en hoe ervaren zij dat? Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen, en wat kunnen ze ermee in hun dagelijkse praktijk als leidinggevende?
Om die vragen te beantwoorden, besloten we 2 MEL-studenten te volgen tijdens hun hele master. In november 2021 en maart 2022 interviewden we Cor van Wijngaarden al. Nu, september 2022, vertelt hij hoe het hem sindsdien verging, en wat hij verwacht van het nieuwe onderwijsjaar. En in februari 2023 vertelt Cor hoe het verder is gegaan.
Cor: “De MEL heeft al tot meerdere successen op mijn school geleid”
Cor sloot vorig onderwijsjaar de 1e fase van de MEL af. Een paar maanden daarvoor, in maart, vertelde hij onder andere hoe de master hem hielp om meer eigenaarschap bij zijn team te leggen. Die ontwikkeling leidde aan het begin van dit onderwijsjaar tot een mooie verrassing…
Hoe merkte je aan het begin van het schooljaar dat de MEL z’n vruchten afwerpt?
“We waren na de zomervakantie net weer begonnen, toen ik een mailtje kreeg van één van mijn kerndocenten: ‘We hebben deze week kapiteinenoverleg.’ Ik dacht: waar hebben ze het over? Bij navraag bleek het om een vergadering van kerndocenten onderling te zijn. Daarin overleggen ze over kwaliteitsverbetering van hun lessen. Hoe ze het beter kunnen doen voor de studenten, op een onderbouwde manier.
Dat was dus géén suggestie van mij. Ik had zelfs nog nooit over zo’n overleg nagedacht. Ze hadden het zelf bedacht en waren ermee aan de slag gegaan. Daar hoefde ik niets voor te doen. Nou, op zo’n moment ga ik wel even rustig achteroverleunen in mijn stoel, en even genieten van het moment.
Ook naast dit feit merk ik dat er meer suggesties vanuit het team komen. Suggesties om het onderwijs te verbeteren en leuker te maken. Bijvoorbeeld of we een bepaald vak niet op een ander moment moeten geven, zodat het beter aansluit op andere vakken.
Ik merk zo dat mijn teams zelfsturender worden. Het groeit. Ik hoop – en verwacht ook – dat dat deels te maken heeft met mijn leiderschapsstijl. Een stijl die ik ontwikkel tijdens de MEL, en dankzij de lesstof ook kan onderbouwen.”
Hoe kijk je terug op de afronding van het 1e MEL-jaar?
“Het was een pittig studiejaar, waarin ik veel geleerd heb. Je krijgt een enorme bulk aan informatie, die je vervolgens moet trechteren om je opdrachten te maken. Want je hebt daar bijvoorbeeld slechts 3.000 woorden voor. Dat is een mooie uitdaging.
Maar de 4 modules zijn nu afgerond, en alle toetsen heb ik gehaald. Plus nog de eindpresentatie over mijn persoonlijk leiderschap. Het was a hell of a job, maar wel enorm leerzaam. Ik was wel blij met de zomervakantie, want ik was ook wel een beetje MEL-moe. Haha!”
Heb je nog meer successen behaald waarbij de MEL een rol speelde?
“Zeker! Bewust en onbewust combineer ik nu kennis en vaardigheden die ik me vorig jaar eigen heb gemaakt. Zoals voor onze school op Goeree-Overflakkee, voor zee- en zeevisvaartonderwijs. Dat was echt een zorgkindje: we hadden veel te weinig studenten, met slechts een instroom van 5 studenten. Daar kun je een school natuurlijk niet op laten draaien.
We besloten het aanbod uit te breiden, in overleg met de gemeente, stakeholders en bedrijven in de regio. We hadden die partijen daarbij nodig. Iets waar de module Omgevingsgericht Leiderschap over gaat: als school sta je nooit op een eilandje, maar heb je altijd te maken met je omgeving. En in samenwerking met die omgeving kunnen mooie dingen ontstaan.
Die uitbreiding in aanbod is aangeslagen: nu voldoen we veel beter aan de behoefte in die regio. Het studentaantal is verdubbeld! De school draait weer op volle toeren. Opeens moet ik stoelen bijbestellen voor de schoolkantine! Een enorme boost en motivatie voor het team aldaar.
Kortom: een groot succes. Maar we zijn er nog niet; er ligt nog veel meer potentie die we willen aanboren. Door de MEL ben ik er nog meer van doordrongen hoe cruciaal mijn rol als leider daarbij is.”
Binnenkort start het 2e jaar van de MEL. Wat verwacht je daarvan?
“Oef, dat wordt écht een ‘wicked puzzle’, zoals ze dat noemen. Want we moeten een veranderopdracht kiezen, die we gedurende het jaar uitvoeren.
Ik ga aan de slag met het realiseren van de prachtige onderwijsvisie die we geformuleerd hebben het afgelopen jaar. Eerst zal ik de opdracht nog wel moeten specificeren. Want de volledige visie realiseren is een veel te brede veranderopdracht.
Er horen vragen bij als ‘wat vraagt deze visie van ons onderwijs?’, ‘hoe kunnen we docenten toerusten, zodat ze echt aan de visie kunnen bijdragen?’, ‘wat wordt het zichtbare rendement voor ons onderwijs?’, ‘wat merkt de student daarvan?’ en ‘hoe gaat het management dit alles aansturen?’.
Alles komt samen in de onderwijsvisie. Maar voor de veranderopdracht moet ik één concrete vraag kiezen. Daar ga ik de komende tijd goed over nadenken. Hoe dan ook wordt het mooi om echt aan de slag te gaan met onze visie. Om hopelijk écht een positieve, blijvende verandering teweeg te brengen binnen de school.”
Rond de jaarwisseling spreken we Cor weer. En horen we hoe met de veranderopdracht gaat, en alle uitdagingen die daarbij horen.
Meer informatie over de Master Educational Leadership.
Interviews met Cor
Dit is interview no. 3 met Cor van Wijngaarden, september 2022