Persoonlijk Leiderschap
start 25 september 2019

Hij komt eraan: de nieuwe master van NSO-CNA

Dit bericht is geschreven op 29 november 2020

Maak kennis met de Master Educational Leadership

September 2021 is het zover. Dan start de allereerste lichting studenten met de nieuwe master van NSO-CNA: de Master Educational Leadership. Kortweg: MEL. Deze nieuwe start markeert ook het einde van onze bestaande masters, de MIL en MEM.

Waarom besloten we de MEL te ontwikkelen? Hoe zit de master in elkaar? En hoe vlogen we deze complexe verandering in onze organisatie aan? Dit is het verhaal van de MEL, verteld door NSO-CNA-directeur Bart Schipmölder en opleidingsmanager Rosanne Scholte.

Voorjaar tot najaar 2019: de MEL ontkiemt

Bart: “In het voorjaar van 2019 besloten we een onderzoek te doen naar onze masters. Voldeden die nog wel voldoende aan de ontwikkelingen in het onderwijs en het denken over leiderschap?

Want veranderingen in de wereld gaan snel en zijn complex. In de samenleving gebeurt er van alles, wat bij school neergelegd wordt. Denk aan onderwerpen als het lerarentekort, ongelijke kansen, krimp en groei… Daarbij wordt stevig gediscussieerd over wat goed onderwijs is. Wat de bedoeling ervan is. En je ziet steeds meer specialisaties ontstaan.

Dat vraagt heel veel van schoolleiders. Die moeten zich tot al deze veranderingen verhouden, er richting aan geven, mensen daarin meenemen, ga zo maar door.”

In het najaar van 2019 was het onderzoek voltooid. En werd de beslissing genomen: de bestaande masters worden vervangen door één vernieuwde, ‘state-of-the-art’ master.

Bart: “Daar lag ook een interne overweging aan ten grondslag: nu konden we al onze ontwikkelkracht richten op één master, die nu en in de toekomst voldoet aan de eisen van deze tijd. Een master die studenten opleidt tot de schoolleiders die vandaag de dag nodig zijn.”

Najaar 2019: de MEL krijgt vorm

Hoe start je met de ontwikkeling van een nieuwe master? Het antwoord: door het goede van wat er al is in kaart te brengen, te behouden en vooral: versterken.

Rosanne: “De MEL is geen breuk met onze huidige masters. Het is er een doorontwikkeling van. Terwijl we ook een aantal dingen echt anders gaan doen.

Om een voorbeeld te geven: in de MEM komen nu een aantal thema’s en onderwerpen dubbel aan bod. Die dubbelingen halen we eruit, en de essentie behouden we. Zo kwamen we tot 4 perspectieven, die we vertaald hebben naar de 4 kernmodules van de MEL: visiegestuurd leiderschap, ontwikkelingsgericht leiderschap, omgevingsgericht leiderschap en bedrijfskundig leiderschap.”

Bart SchipmolderBart: “Naast onze eigen inzichten, luisterden we heel goed naar de feedback van onze studenten: wat vonden zij van onze masters?

Daaruit volgde dat studenten die de MIL volgen het heel prettig vinden dat het een 2-jarig, vastomlijnd traject is. Waarin je studeert in een vaste groep, met een vaste docent. Zo bouw je over een langere periode een vertrouwensband met elkaar op. Waardoor je meer feedback krijgt op je leiderschap, wat cruciaal is voor je ontwikkeling. Bij de MEM – die modulair is opgebouwd, zonder vaste groepen – zagen we dat minder gebeuren.

De kracht van de MEM is dan weer dat studenten meer vrijheid hadden om hun eigen route te kiezen: ze kozen zelf wanneer ze welke module volgden. Hoe lang ze over de master deden. En óf ze wel de hele master volgden, of alleen enkele modules volgden.

Het was – en is nog steeds – een moeilijke puzzel om deze krachten te bundelen in één master. Maar we hebben nu een model gebouwd waarin het heel mooi in elkaar past en samenkomt. Ook onze Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) en Veldadviesraad (VAR) hebben het ontwerp positief ontvangen. En kwamen met goede feedback om de MEL nóg beter te maken.”

De MEL bevat natuurlijk ook de grootste kracht van NSO-CNA: de directe link tussen de opleiding en de praktijk. Die link wordt zelfs nóg nadrukkelijker.

Rosanne: “We hebben onszelf opgelegd dat iedere opdracht die studenten straks doen, direct te integreren moet zijn in hun praktijk. Dat betekent dat hun eigen vraagstukken altijd centraal staan in iedere module. Nooit staat de theorie daar los van. Wat de student straks aan opdrachten binnen en buiten zijn eigen school doet, heeft impact op de onderwijsorganisatie, het onderwijs zelf en het leren van leerlingen.

Studenten zijn in de nieuwe master vanaf dag 1 met de eigen praktijk bezig. Iedere minuut die ze in de opleiding investeren, is 1-op-1 betekenisvol: niet alleen voor hun eigen ontwikkeling, maar óók die van hun school.

Dit zie je ook terug in hoe studenten de master afronden. Dat is niet perse een scriptie. Stel dat een student bezig is met een subsidieaanvraag voor zijn school. Dan kan die aanvraag het eindproduct zijn waarmee hij of zij de mastertitel behaalt. Kijk, dát bedoelen we met betekenisvol onderwijs.”

Goed luisteren naar studenten. Dat betekent óók dat kritische geluiden meegenomen zijn in de ontwikkeling van de MEL.

Bart: “Studenten waren vaak niet tevreden over de module ‘Onderzoek’ van de MEM: ze hadden teveel het gevoel dat ze opgeleid werden om onderzoeker te worden. Dat sloot niet aan op hun rol in de praktijk – waar we normaal gesproken zo goed in zijn.

In de MEM heeft de module daarom inmiddels al een andere opzet. Maar voor de MEL besloten we om onderzoek helemaal niet meer terug te laten komen als opzichzelfstaande module. In plaats daarvan zit het ontwikkelen van een onderzoekende houding verweven in de hele opleiding.

Want er is júist veel vraag naar schoolleiders met onderzoeksvaardigheden. Schoolleiders die doorzien wat er speelt in de organisatie. En dat kunnen verbinden met andere ontwikkelingen, die ze uiteindelijk kunnen vertalen naar visie en beleid.”

Rosanne: “Een ander essentieel onderdeel is Persoonlijk Leiderschap – ook dat is geïntegreerd in het hele programma. Het is simpelweg te belangrijk om als aparte module te behandelen. Persoonlijk leiderschap is juist iets wat je continu met elkaar en jezelf aangaat.”

Begin 2020: het ontwikkelingsproces komt in een stroomversnelling

Het was duidelijk: de masteropleiding van NSO-CNA ging volledig op de schop. Afscheid nemen van het oude, en werken aan het nieuwe. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan…

Bart: “De MEL is een ingrijpende veranderopgave in onze eigen onderwijsinstelling. En dat gaat bij ons niet anders dan in de organisaties van onze studenten: het heeft heel wat voeten in de aarde om met elkaar aan vernieuwing te werken.

Het proces gaat dan ook zeker niet altijd vanzelf. We kwamen al snel punten tegen die schuren. Want in de oude masters hebben onze docenten elk hun eigen stukje. Dat verdwijnt in de nieuwe, geïntegreerde master. Daarin gaan docenten veel meer samenwerken, waarbij ze module-overstijgend moeten denken.”

Rosanne: “Dan ontstaat altijd discussie. En zijn er ongemakkelijkheden. Ook omdat je van mensen vraagt om zekerheden in te ruilen voor iets nieuws wat nog onzeker is. Anders gezegd: we lopen met elkaar over een brug die nog niet afgebouwd is. Iedereen moest iets loslaten, terwijl ze nog niet wisten hoe het bouwwerk er uiteindelijk uitziet.

Hoe reageren mensen daar van nature op? Vaak met angst. En dat leidt meestal niet tot een constructieve samenwerking. Daarom werken we vanaf het begin hard aan het vertrouwen met elkaar. Zodat iedereen ervan overtuigd is dat iedere bouwsteen op de goede plek komt. En dat we uiteindelijk de master bouwen die we met z’n allen willen.”

Rosanne stond daarbij ook voor een uitdaging in haar éigen leiderschap.

Rosanne ScholteRosanne: “Ik startte begin 2020 bij NSO-CNA als opleidingsmanager. Dat was al uitdagend genoeg: in het begin was het aftasten, de geschiedenis leren kennen, etc. Daarnaast vroeg ik een team met professionals die gewend waren als eigen ondernemer te functioneren, overstijgend naar de nieuwe master te kijken.

Dat lag gevoelig, en ging met pieken en dalen. Daarbij moest ik steeds afwegen: wanneer zet ik de koers uit en wil ik dat men mij volgt? En wanneer geef ik juist de leiding over aan het team om zelf zaken op te lossen? En ze mogelijk vast te laten lopen, om juist van daaruit te groeien en verder te komen?”

Ook de leiderschapspraktijk van Bart veranderde: hij nam meer afstand van het proces dan hij gewend was.

Bart: “Aan de ene kant was het voor mij heel geruststellend dat Rosanne het vanaf het begin zo goed deed. Ik had en heb het volste vertrouwen in haar vermogen om een fantastische nieuwe master neer te zetten, samen met het team.

Aan de andere kant ben ik directeur van NSO-CNA, en wordt er van mij ook leiderschap verwacht. Dus woog ik voortdurend af: bemoei ik me er wel of niet mee? Wat is nu passend, en wat is het effect? Hoe ondersteun ik Rosanne om haar de ruimte te geven waarin ze zich goed voelt en floreert?”

Niet alleen Bart en Rosanne, het hele team dat betrokken is bij de MEL, doorloopt een eigen proces van leiderschap.

Rosanne: “Wat wij nu doormaken, maken onze studenten óók iedere dag mee als schoolleider. Alle aspecten die in de master zitten, doorlopen we zelf.

Wij zijn de leiderschapsexperts. Gaat dit veranderproces bij ons daarom ‘perfect’? Zou dat moeten? Het antwoord is ‘nee’: ook wij ervaren met elkaar dingen die niet goed gaan. Want ook dat is leiderschap: keuzes maken op basis van wat je weet, kijken hoe het gaat en bijleren – zowel van successen als fouten.

Zo is het ontwikkeltraject van de MEL een mooi voorbeeld van practice what you preach. We willen – onder andere met dit ontwikkeltraject – een rolmodel zijn voor onze studenten.”

Vanaf maart 2020: een master ontwikkelen in coronatijd

Rosanne was nog maar net als opleidingsmanager begonnen, toen de pandemie toesloeg. Opeens moest ze met het team – dat ze nog niet zo lang kende – op afstand de MEL verder ontwikkelen.

Rosanne: “Een verandertraject samen doorlopen is altijd al intensief. Maar in een virtuele setting? Dan is het nog veel intensiever, hoewel het proces er uiteindelijk niet door vertraagd is.

Corona heeft in een bepaald opzicht direct invloed gehad op de opzet van de master: we moesten gedwongen met ICT aan de slag in ons onderwijs. Dat maakte het makkelijker om het over blended learning te hebben. We denken nu heel bewust na over welk deel van de opleiding fysiek blijft, en welk deel ook goed online kan.”

Heden tot september 2021: aan de MEL wordt keihard doorgewerkt

Inmiddels zit 2020 er bijna op. September 2021 lijkt nog ver weg. Maar de tussenliggende tijd is nodig om de MEL te maken tot wat de MEL moet zijn: de vernieuwendste onderwijsmaster van Nederland. Die schoolleiders voorziet van de kwaliteiten die cruciaal zijn voor het leiderschap van de toekomst.

Rosanne: “Het proces blijft uitdagend. Continu moeten we scherp zijn op waar we met elkaar naartoe werken, en ervoor zorgen dat we allemaal op hetzelfde pad blijven.

Een 2-tal uitdagingen willen we daarbij nog noemen:

De 1e was zorgen dat we geen tijd verloren met discussies over inhoud, terwijl de vorm nog niet duidelijk was. Onze teamleden zijn stuk voor stuk experts. Die als geen ander een goed programma in elkaar kunnen zetten. Maar eerst moesten we het naar het hogere integratieniveau tillen: wat zijn de leeruitkomsten? Wat worden de toetsvormen? Waar bewegen we precies naartoe?

Inmiddels is de vorm helder, en zijn we nu de invulling van de master verder aan het uitwerken.”

Rosanne: De 2e uitdaging is voorkomen dat we denken het over hetzelfde te hebben, terwijl we iets wezenlijks anders verstaan onder een term. Denk aan ‘excellent’, ‘betekenisvol’ en ‘gedeeld leiderschap’. Wat bedoelen we daar precies mee?

Dat gesprek moet je aangaan, terwijl we dat vaak liever niet doen. Want dan kunnen we blijven vasthouden aan ons eigen idee van wat het is. Om dat te ontrafelen kost tijd, maar moet wel gebeuren.”

Daarnaast wijst Bart op een andere uitdaging die de overgang van 2 masters naar 1 nieuwe master met zich meebrengt.

Bart: “De MIL is een vastomlijnd traject. De laatste lichting is begonnen, en die kan uiteraard de master in deze vorm gewoon afronden.

Datzelfde willen we faciliteren voor onze MEM-studenten. Maar dat is uitdagender; de MEM is immers modulair, en de studenten bepalen zelf wanneer en hoeveel tijd ze nemen om de modules te doorlopen. Dat vraagt veel maatwerk. Daarom hebben we alle studenten hier persoonlijk over gesproken. Inmiddels staat ook dit goed op de rit.”

De meest complete opleiding van NSO-CNA

Master Educational LeadershipHet moge duidelijk zijn: de ontwikkeling van de MEL heeft heel wat voeten in de aarde. Bart en Rosanne zouden het niet anders willen; een ontwikkeltraject waarmee NSO-CNA zelf met de poten in de klei staat als het om leiderschap gaat. Een traject waar Bart en Rosanne nu al met trots op terug- én vooruitkijken. Met een prachtig resultaat in het verschiet.

Bart: “Er komt een hele mooie nieuwe master aan. Een opleiding die met veel zorg en aandacht is ontwikkeld door de werkgroep.

Een master die echt iets toevoegt aan de ontwikkeling van leiderschap. Waarin studenten 2 jaar lang persoonlijke coaching krijgen op vraagstukken waar ze mee bezig zijn.

Zodat ze aan het einde gesteld staan om aan de vraag van deze tijd te voldoen: een tijd waarin de druk en complexiteit toeneemt. Waarin je goed moet weten waar je prioriteiten legt, en hoe je het geld verdeelt.

Uiteindelijk? Gaat het er natuurlijk om dat ‘onze’ schoolleiders bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs in hun school. Daarom is dat ook de vraag die we continu stellen tijdens de nieuwe opleiding: ‘Wat betekent dit voor de leerling in de klas?’

De MEL wordt de vernieuwendste, meest complete opleiding die we ooit gehad hebben.”

Rosanne: “De studenten krijgen in de MEL zelf de regie en autonomie om hun eigen leerweg vorm te geven. Wij kunnen wel van alles bedenken, maar het is het individu die het laat slagen.

Dát verstaan wij onder leiderschap: dat je de regie neemt en vorm geeft aan wat jij en anderen nodig hebben. En dat is precies waar de MEL straks om draait.”

Spring naar toolbar