Nieuw: Post-bacheloropleiding Leidinggevende Kinderopvang
Vanaf januari 2020 bieden NSO-CNA Leiderschapsontwikkeling en Sardes samen een opleiding aan voor leidinggevenden in de kinderopvang. Een unieke, erkende opleiding van een jaar. Afgestemd op de specifieke context van de opvang.
Miranda Smeets, Mariëlla Bressers en Alieke Verleg werken bij kinderopvangorganisatie Korein en volgden een soortgelijke opleiding vorig jaar samen met po-collega’s van SKPO. We tekenen hun belangrijkste ervaringen op.
Ik gebruik vooral mezelf na de opleiding beter
Alieke: “De opleiding was een aaneenschakeling van zelfinzichten. Voorheen kon ik een situatie nog wel eens met gestrekt been in gaan. “Zo doen we het en niet anders”. Dat doe ik niet meer, omdat je dan uit verbinding gaat in plaats van in verbinding. De leerstijlen leerden me dat aansturen niet bij iedereen hetzelfde werkt. Niet iedereen is gelijk, dus je behandelt je medewerkers ook niet gelijk. Toen ik dat wist kon ik er rekening mee houden en dat leverde veel verbinding op. Het is echt aan jezelf schaven; een beetje minder van dit en een beetje meer van dat”.
Waarom doe ik wat ik doe?
Mariëlla: “In de opleiding leer je naar jezelf te kijken. Wie ben ik en waarom doe ik wat ik doe? Met die ogen ga je ook naar een ander kijken. Je denkt niet gelijk meer ‘dat is iemand met hakken in het zand’, maar je realiseert je dat daar ook iemand zit die de dingen op haar manier doet. Daarover kun je het samen hebben. Waar ik eerst zei: “Zo gaan we het doen”, vraag ik nu vaker: “Waarom zeg je dit eigenlijk? Wat is jouw argument?”.
Ik word meer om feedback gevraagd
Miranda: “Feedback is een belangrijk onderwerp in de opleiding. De kinderopvang heeft niet echt een feedbackcultuur. Er wordt nog weinig feedback gegeven. Ik word echter steeds meer om feedback gevraagd. In het verleden kon ik me daar wel eens ongemakkelijk bij voelen. Ik merk dat ik door de opleiding steviger ben geworden. Ik weet dat ik respectvol ben en dat ik er niet ben om iemand af te branden. En dat ik de ander de eerlijke feedback gun om hem of haar verder te helpen. Ik voel me veel comfortabeler dan voorheen in het geven van feedback, omdat ik bewust iets doe en weet waarom ik dat doe”.
Meer oog voor non-verbaal gedrag
Alieke: “De handvatten in de opleiding waren fijn. Bijvoorbeeld ‘eerst de dreun, dan de kreun, dan de steun’ en ‘als het ongemakkelijk wordt doe je een stap naar voren in plaats van een stap naar achteren’. De handvatten zorgen dat je meer tools hebt om je werk goed te doen en datgene wat je moet doen beter voor te bereiden. Ik ga nu bewuster de gesprekken in, en als er iets gebeurt in een gesprek pak ik eerder de signalen op en kan ik makkelijker bijschaven. Ik let veel beter op non-verbaal gedrag tijdens een gesprek.”
De opleiding als stok achter de deur om jezelf te ontwikkelen
Mariëlla: “Wat ik fijn vond was het samen oefenen tijdens de opleiding. Samen over een casus nadenken en het dan in de praktijk oefenen. Samen met de lesstof bezig te zijn maakt voor mij de opleiding waardevol. Ik zou zonder de opleiding nooit de boeken hebben gelezen! In die zin is de opleiding een stok achter de deur om aan je ontwikkeling te werken. Het was fijn dat er tijdens de opleiding ruimte was voor actuele zaken. En dat Lilian er altijd als begeleider was om op terug te vallen bij vragen”.
Houd rekening met de verschillen tussen onderwijs en kinderopvang
Mariëlla: “De overlegstructuur in de kinderopvang is anders dan in het onderwijs. In het onderwijs heeft een team vrijwel elke week een vergadering. In de kinderopvang zijn vergaderingen veel sporadischer; bij ons eens in de zes weken een groepsoverleg en zes keer per jaar een groot teamoverleg. Dus het duurt langer voordat je iets hebt weggezet in de organisatie. Daarnaast werken in het onderwijs hbo-ers; in de opvang werken vooral mbo-ers. Dat zijn met name doeners en daar moet je rekening mee houden in de aansturing”.
Intensieve samenwerking met collega’s
Miranda: “Ten slotte krijgt samenwerking in de kinderopvang heel anders vorm dan in het onderwijs. Een leerkracht staat alleen voor de klas en is verantwoordelijk voor de klas. In de opvang sta je samen op de groep. Dus je moet samenwerken met collega’s. En je werkt op een dag met de ene collega en een volgende dag met een andere college. Je hebt de leerteams minder nodig in de opvang, omdat je door de week heen al intensief met elkaar samenwerkt”.
Ouders willen waar voor hun geld
Alieke: “Bij een school worden kinderen gebracht en vervolgens wordt het programma door de school ingevuld. Een school heeft meer het recht om te bepalen wat ze doen. Ze mogen bij gebrek aan een leerkracht een klas naar huis sturen. Dat kunnen wij niet, want we hebben te maken met betalende ouders.”
Mariëlla: “De kinderopvang staat in dienst van de ouders en de kinderen. Ouders willen waar voor hun geld. Van de opvang wordt verwacht dat je er altijd bent – van ochtend ’s half acht tot ‘s avonds half zeven -, dat je flexibel kunt inspelen op gebeurtenissen en je personeel hierop aan past. Roosters kunnen per maand verschillen. Werkzekerheid is daarmee minder dan in het onderwijs. De wijze van bedrijfsvoering is in de kinderopvang anders dan in het onderwijs. Daar is een telling op 1 oktober, waarna je grotendeels weet wat je kunt doen het komende jaar. De kinderopvang is veel afhankelijker van ontwikkelingen in financiële situatie van de organisatie”.
Meer informatie over de nieuwe post-bachelor Opleiding Leidinggevende Kinderopvang staat hier.
Mariella, Miranda en Alieke, veel dank voor het delen van jullie ervaringen!
Interview door Lilian ter Laak (opleider) en Jolanda Botke op 10 oktober 2019