Persoonlijk Leiderschap
start 25 september 2019

Studiereis Berlijn

Dit bericht is geschreven op 7 maart 2023

Waarom NSO-CNA schoolleideruitwisseling organiseert in Europa

Rosanne Bekker is rector op het Berlage Lyceum in Amsterdam. Ze kwam vroeger al veel op scholen in het buitenland. Altijd weer een inspirerende ervaring, vond ze. Dus toen haar bestuur vroeg wie er mee wilde op  uitwisseling met Berlijn, stak Rosanne haar hand op.

Aan het woord komt ook Frans Grobbe, Head International Office bij NSO-CNA. Hij vertelt waarom onze leiderschapsacademie deze uitwisselingen, specifiek tussen schoolleiders in de grootstedelijke context, organiseert.

Tot slot vroegen we Leendert Jan Veldhuyzen, Lid College van Bestuur Stichting Kolom, waarom een Amsterdamse schoolbestuurder ‘zijn’ schoolleiders uitwisseling zou moeten aanbevelen. Hij komt ná Rosanne en Frans aan het woord.

Waarom vind je uitwisseling met buitenlandse collega’s zo inspirerend?

Rosanne: “Het geeft je iedere keer weer een frisse blik op je eigen situatie. Want de kwesties en thema’s zijn vaak hetzelfde als hier. Zo speelt  lerarentekort ook in Duitsland.

Je wordt gedwongen breder te kijken

Dat is enerzijds geruststellend. Anderzijds is de context waarin die kwesties spelen – de organisatie en cultuur – wél heel anders. Dat helpt om te reflecteren. Het geeft ideeën om er anders mee om te kunnen gaan.”

Frans: “Binnen NSO-CNA hebben we veel aandacht voor de ‘de stadsbekwame schoolleider’. Het idee dat de grootstedelijke omgeving een bijzonder beroep doet op leidinggevenden.

De grootstedelijke context wordt bijvoorbeeld gekenmerkt door:

  • Een grote(re) diversiteit in culturen en achtergronden
  • Meer nadruk op vraagstukken als kansengelijkheid
  • Relatief veel nieuwkomers
  • Meer allianties met instellingen in de omgeving, zoals jeugdhulp en de arbeidsmarkt

Anders gezegd: schoolleiders in de grote stad hebben vaak nog iets anders te doen dan veel collega’s op andere plekken.”

Wat is de meerwaarde van zo’n uitwisseling voor je eigen ontwikkeling als schoolleider?

“Je krijgt een ander perspectief op je eigen situatie en leert breder kijken. Dat is heel belangrijk. Want je wordt als schoolleider al snel in je dagelijkse praktijk gezogen. Dan zie je niet alles meer.

Juist door met collega’s van buiten ervaringen uit te wisselen, word je gedwongen om anders naar je eigen praktijk te kijken. Overigens hoef je daarvoor niet per se naar het buitenland; ook uitwisselen met collega’s elders in Nederland is waardevol voor je reflectie.

Wat me in Berlijn bijvoorbeeld opviel, is hoe besluiten tot stand komen: daar stemt de complete docentenpopulatie mee. Een team van docenten dat voor 2 jaar gekozen is door hun collega’s, luisteren naar wat er speelt in de school en vertolken de stem van de collega’s. Vervolgens brengen ze een advies uit aan de schoolleider.

Niet dat ik nu direct wil dat het in Nederland ook zo gaat – het maakt het besluitvormingsproces veel tijdrovender en ingewikkelder – maar het is wél heel interessant. En wie weet kunnen wij er iets mee.”

Frans: “De contrastervaring die de schoolleiders door de uitwisseling krijgen, zorgt voor een groot leereffect.

Ze krijgen bijvoorbeeld een beter inzicht in hun eigen beroepsrol en functie binnen het Nederlandse onderwijssysteem. Ze zien hoe anders er naar de school en  leidinggevenden gekeken wordt in andere landen.

Nederlandse schoolleiders denken bijvoorbeeld dat ze weinig autonomie hebben. In werkelijkheid zijn ze de meest autonome van Europa. Dat besef je alleen wanneer je je goed leert vergelijken met buitenlandse collega’s.

Zo versterken ze hun eigen professionele identiteit als schoolleider. ‘Wie en hoe ben ik in mijn beroepsrol?’ Die vraag kunnen zij dankzij de uitwisseling beter beantwoorden. Vanuit ons netwerk van Europese schoolleidersopleidingen kunnen wij veel vergelijking aanbieden.”

Heb je ook nieuwe perspectieven op onderwijs in het algemeen gekregen?

“Een mooi moment tijdens de reis vond ik ons bezoek aan een school die drop-outs opvangt: 16- tot 18-jarigen die helemaal vastgelopen zijn in het schoolsysteem.

Op die school krijgen zij de kans om in 1 à 2 jaar vaardigheden te leren. Zonder eisen qua examens en cijfers. Zonder toetsing.  Terwijl ze zo wél toegang krijgen tot de arbeidsmarkt. Dat tegenover ons onderwijs, waar alles altijd afgesloten moet worden met examens.

Heel inspirerend, vond ik dat.”

Frans: “Tijdens de uitwisseling doen de schoolleiders veel inspiratie op. Andersoortige oplossingen voor gelijksoortige problemen. Dat helpt  om vraagstukken beter te doorgronden en handelingsrepertoire te vergroten..

Ook doen wij  uitwisseling met schoolleiders uit Oslo. Daar was een school met veel nieuwkomers. Voor deze leerlingen is school niet altijd vanzelfsprekend, óf zij hebben minder positieve ervaringen met onderwijs.

Daarom verwelkomden die  schoolleiders deze nieuwkomers: iedere dag, in gele hesjes vanaf de metro tot op het schoolplein. Een van onze schoolleiders nam dit bij thuiskomst direct over; zij was onder de indruk van hoe eenvoudig op deze manier een brug geslagen werd tussen thuis en school.”

Hoe was de uitwisseling met scholen in Berlijn opgezet?

“Het was een kort, maar intensief bezoek van 3 dagen. We bezochten in die tijd meerdere scholen. Eén daarvan werd aangewezen als ‘peer’. Daar was je langer op bezoek.

Eerlijk gezegd had het van mij nog langer gemogen. Want veel van onze tijd werd opgeslokt door van de ene naar de andere school te reizen. Liever was ik één hele dag op dezelfde school gebleven. Dan krijg je toch meer diepgang.

De collega die ik trof als mijn peer luisterde gelukkig goed naar mijn wensen. Daardoor kon ik met haar direct de diepte in. Op de andere scholen ging de meeste tijd toch op aan kennismaken en een rondleiding. Dat was wel jammer, want daardoor kwam ik niet aan vragen toe als hoe zij met het lerarentekort omgaan.

De uitwisseling is nog niet af: binnenkort komen de Berlijners naar Nederland. In de tussentijd neem ik zeker contact op met mijn peer, omdat ik haar nog veel wil vragen.”

MEL Studiereis Berlijn

Hoe belangrijk is het thema Internationalisering voor leiderschapsontwikkeling?

“Heel belangrijk. Want je kunt veel van anderen leren, altijd. Het is een hele goede manier om uit je eigen bubbel te komen.

Daarom vind ik dat iedereen in het onderwijs dit moet doen. Niet alleen schoolleiders, maar ook leerlingen en docenten. Zodat zij – net als wij – ontdekken dat er veel meer is dan we kennen van ons eigen kleine wereldje.

Daarbij sterkt het je wanneer je je realiseert dat anderen – ook in het buitenland – voor dezelfde uitdagingen staan. Zoals de discussie over telefoons in de klas. Hoe gaan zij daarmee om? Wat kunnen wij daarmee in onze eigen praktijk?

En keer op keer is er één duidelijke verbindende factor: de kinderen. Daar doen we het uiteindelijk allemaal voor, waar we ook vandaan komen.”

Frans: “Niet alleen onze Master-studenten en deelnemers zien de meerwaarde van internationale uitwisseling. Ook de gemeente Amsterdam is daarvan overtuigd en ondersteunt dit.

We zien duidelijk de meerwaarde van deze uitwisselingen voor de professionalisering van schoolleiders. Zij zijn beter in staat om met de complexiteit van schoolontwikkeling om te gaan en hebben daarbij een beter begrip van hun eigen rol als veranderaar in hun eigen Nederlandse werkcontext door die internationaal te vergelijken.”


Leendert Jan Veldhuyzen (Lid College van Bestuur Stichting Kolom):

Waarom zou een Amsterdamse schoolbestuurder ‘zijn’ schoolleiders uitwisseling aanbevelen? Die vraag stelden we aan Leendert Jan Veldhuyzen van Stichting Kolom. Dit was zijn antwoord:

“Uiteraard omdat het altijd goed is om te kijken hoe men het elders doet. Het sterkt je om te zien dat scholen in eenzelfde grootstedelijke context als Berlijn met dezelfde vraagstukken worstelen. Vervolgens inspireert het om te ontdekken dat zij tot andere oplossingen komen, vanuit hun eigen context en achtergrond.

Samen op reis gaan verbindt, dat is het belangrijkste

Maar wat ik het belangrijkste vind: samen op reis gaan verbindt de schoolleiders. Als directeuren het over hun team hebben, bedoelen zij altijd hun docententeam. Dat is ook terecht. Maar daarnaast is het van belang dat ze ook een team vormen met hun collega-directeuren binnen hetzelfde schoolbestuur. Ook leren schoolleiders van verschillende schoolbesturen in de stad elkaar beter kennen en elkaars (gezamenlijke) opgaven.

Dat echte teamgevoel onder directeuren ontbreekt vaak. Dat komt omdat ze elkaar eigenlijk te weinig spreken. Ja, ze overleggen wekelijks. Maar echt tijd voor elkaar hebben ze zelden. Nou, op de Berlijn-reis zitten ze onder andere 2 keer 6 uur samen in de trein. Dan hebben ze alle tijd om elkaar te leren kennen. Dan praten ze écht met elkaar, zonder agenda.

Dat contact is waardevol. Want directeur zijn op een school is toch een vrij eenzaam beroep. Die eenzaamheid moet je niet onderschatten. Als schoolleider krijg je hoogstens een schouderklopje van je bestuurder, en daar moet je het dan mee doen.

Het is goed om met collega’s over je werkpraktijk te praten. Te ontdekken dat je allemaal in hetzelfde schuitje zit. Tegen dezelfde vraagstukken en dilemma’s aanloopt. En daar hoop uit te putten. Dat geeft een goed gevoel en leidt tot meer werkplezier en resultaat.

Daarnaast zoek je elkaar ook eerder op wanneer je elkaar beter kent. Je durft meer aan elkaar te vragen. Of je een keer bij de ander in de school mag kijken naar wat daar zo goed werkt, bijvoorbeeld. Dus er zit zeker ook een professionaliseringsaspect aan.”

De studiereis naar Berlijn is onderdeel van onze Master Educational Leadership, kortweg de MEL. Ben je nieuwsgierig geworden wat de MEL nog meer aan interessante thema’s heeft naast Internationalisering, kom dan naar 1 van onze informatiemiddagen of neem contact op met onze collega’s.

Spring naar toolbar