Leiderschapspraktijken in tijden van Corona – deel 1
Het zijn bijzondere – om niet te zeggen ronduit rare – tijden. Ook NSO-CNA wordt uitgedaagd creatief om te gaan met de coronacrisis. Dat lukt, maar wel met vallen en opstaan. Het is een tijd van actie, maar ook van leren. Dat geldt natuurlijk ook voor schoolleiders en hun teams.
We vroegen daarom onze studenten, schoolleiders, opdrachtgevers, docenten en bureaumedewerkers hoe het ze vergaat. Wat er goed gaat en wat beter kan. En wat we meenemen naar de toekomst, als alles straks weer ‘normaal’ is.
In aflevering 1 van Leiderschapspraktijken in tijden van Corona:
Alle van Steenis
bestuurder Montessori Scholengemeenschap Amsterdam
Inventiviteit en ondernemerschap van het onderwijs is nu overal zichtbaar
Bestuurder Alle van Steenis leidt 4 Montessori-scholen. Heden op enkele vierkante meters, vanaf zijn zolderkamer in Amsterdam. Daar heeft hij goed uitzicht op de kracht die schoolleiders, docenten en leerlingen tonen in deze crisistijd.
Het zijn uitzonderlijke tijden. Welke uitzonderlijke dingen maak jij als bestuurder mee?
“Voor mij – en ik hoop voor iedereen – worden meer dan ooit de competenties van mensen in het onderwijs zichtbaar. Van schoolleiders en docenten, maar ook van andere medewerkers en natuurlijk de leerlingen zelf.
Zo leggen schoolleiders en docenten nu enorm veel inventiviteit en ondernemerschap aan de dag. Kwaliteiten die ze altijd al gebruikten – waarop ze mede geselecteerd zijn – maar die nu heel duidelijk naar voren komen.
Deze tijd vráágt ook veel van ze. Zo moesten docenten echt omschakelen: hun aangeleerde manier van lesgeven loslaten en een weg vinden in het digitale onderwijs. Zij zullen zich steeds afvragen: ‘Is dat wat ik nu aanbied, wel écht helpend voor het leren van de leerling?’ En op basis daarvan continu experimenteren, innoveren en aanpassen.
Bewonderenswaardig hoe ze dat lukt. En dat grotendeels vanuit huis, met alle afleidingen (zoals eigen kinderen die aandacht vragen) van dien. Het is een krachttoer.”
Hoe ging de overgang naar thuisonderwijs bij jullie?
“Dat vergde veel denkwerk, daadkracht en flexibiliteit. Van iedereen: schoolleiders, docenten en andere medewerkers.
De sluiting werd op een zondag aangekondigd. Nog diezelfde dag gingen we met alle schoolleiders in vergadering: hoe gaan we dit doen? Welke scenario’s zijn mogelijk? Binnen enkele dagen stond iedereen klaar en was er een werkbare vorm bedacht.
Daarbij speelde onze ICT-afdeling een grote rol. Zij bleken al dagen vóór de sluiting bezig met het technisch mogelijk maken van thuisonderwijs. Daar heb ik enorm veel respect en bewondering voor.
Dankzij ieders inzet konden we 2 dagen na de sluiting al thuisonderwijs geven aan 85% van de leerlingen. In de loop van die week steeg dat naar bijna 100%. Daarvoor moesten we ook sommige leerlingen van laptops en zelfs internetverbinding voorzien. Daarbij kregen we hulp van de gemeente en allerlei andere partijen. Zelfs bedrijven boden hun hulp aan.
Je ziet het deze tijd overal: mensen en organisaties komen samen om razendsnel dingen voor elkaar te krijgen. Dat is indrukwekkend.”
Hoe pakken jullie leerlingen het thuisonderwijs op?
“Bij ons is het werken met studieplanners en dergelijke wat meer gewoon. Daarom is het bij ons misschien wat vanzelfsprekender dat leerlingen snel de regie pakken over hun eigen leren.
Daarbij zijn 3 factoren van belang: voldoende competenties, voldoende autonomie en een goede relatie met hun docent. Dan zien we dat ze vanuit die autonomie kunnen werken aan hun competenties. Aangevuld met feedback van hun docent redden die het wel.
Dat geldt natuurlijk niet voor alle leerlingen. Sommige missen die verbinding met school. Dan kunnen ze vastlopen en hun motivatie verliezen. Maar dat hebben we goed in beeld; die leerlingen laten we komen voor extra ondersteuning en begeleiding.
Net als leerlingen met een moeilijke of onveilige thuissituatie. Hoe kun je leren in een huis met 6 kinderen, 3 kamers en maar een paar laptops? En wat als er geweld in huis is of dreigt?
Gelukkig hebben we die kinderen ook bijna allemaal in beeld. Maar het vraagt iets van veel partijen om daar de juiste ondersteuning te bieden. Ook daar zijn we continu mee bezig.”
Wat vraagt deze situatie van je eigen leiderschap?
“Het belangrijkste is dat je meer dan ooit moet kunnen loslaten. Samen zoek je naar oplossingen, maar vervolgens moet je je mensen vertrouwen. Vertrouwen dat ze het juiste doen.
Dat is mijn belangrijkste taak: zorgen dat mensen de ruimte krijgen om naar wegen en oplossingen te zoeken. Om te experimenteren. En ze vertrouwen geven zodat ze die ruimte ook durven te nemen.”
Zijn jullie al bezig met de heropening van de scholen?
“Daar praten we inderdaad al over. Hoe bieden we onderwijs in de 1,5-metermaatschappij? Ook dat wordt experimenteren.
Voorlopig blijven de middelbare scholen nog dicht. Ik verwacht dat we vanaf 1 juni wel van start kunnen gaan: met een combinatie van afstandsonderwijs en onderwijs waarbij de relatie, ontmoeting en verbinding in het echt plaats kunnen vinden.
Daarvoor moeten nog veel praktische problemen opgelost worden. Eén van onze schoolleiders was zo voorzienig om kilometers lint in te kopen, genoeg voor al onze scholen. Zodat we straks looproutes kunnen maken. Ook weer een mooi voorbeeld van initiatief en leiderschap.
Maar hoe dan ook: het is een grote uitdaging om het onderwijs vorm te geven tot de zomervakantie. Zo hebben we één school waar de trappen niet eens breed genoeg zijn voor 1,5 meter afstand…
En na de zomer? Ik denk niet dat we dan ineens met vol rooster en volle klassen van start kunnen. Hier zitten we nog wel even aan vast.”
Wat leren we nu, wat we moeten meenemen naar de toekomst?
“We stimuleerden onze schoolleiders altijd al om van elkaar te leren. Bij elkaar in de keuken te kijken. Open met elkaar te delen. En samen innovaties te ontwikkelen. Door deze situatie is het vliegwiel van de samenwerking op volle toeren gekomen. Laten we dat vooral draaiende houden.
Daarnaast hebben we nu laten zien hoe creatief en innovatief het vak van de leraar en schoolleider is. Hoe mooi het is om vanuit dit vitale beroep je in te zetten voor het leren van leerlingen. Ik hoop dat we dat beeld meenemen. Zodat er misschien wel mensen denken: o, dat is een mooi beroep! Want we kampen óók nog steeds met een lerarentekort. Dat tekort verkleinen; het zou een mooi positief effect zijn van deze anderszins vreselijke crisis.
Aan iedereen zou ik willen zeggen: houd moed! We zullen doorgaan, maar anders dan vroeger. Béter dan vroeger, door waardevolle lessen mee te nemen. En die toe te passen.”
Interview: Arjan Jonker, Waardevolle Webteksten
Overzicht van alle interviews in deze reeks.