Leiderschapspraktijken in tijden van Corona – deel 3
Het zijn bijzondere – om niet te zeggen ronduit rare – tijden. Ook NSO-CNA wordt uitgedaagd creatief om te gaan met de coronacrisis. Dat lukt, maar wel met vallen en opstaan. Het is een tijd van actie, maar ook van leren. Dat geldt natuurlijk ook voor schoolleiders en hun teams.
We vroegen daarom onze studenten, schoolleiders, opdrachtgevers, docenten en bureaumedewerkers hoe het ze vergaat. Wat er goed gaat en wat beter kan. En wat we meenemen naar de toekomst, als alles straks weer ‘normaal’ is.
In aflevering 3 van Leiderschapspraktijken in tijden van Corona:
Esther Dijkstra, docent Basis- en Vakbekwaam
Esthers werk als docent is drukker sinds de maatregelen. Daarover klaagt ze niet. Want hoewel onderwijs op afstand vele uitdagingen kent, ziet ze ook veel mooie dingen ontstaan.
Lesgeven op afstand, hoe gaat dat?
“Inhoudelijk gaat er weinig verloren. We bieden de theorie gecomprimeerd aan, zonder dat de kern verloren gaat.
Een grotere uitdaging is om de studenten die theorie toe te laten passen in hun eigen praktijk. Dat is essentieel in ons onderwijs. Want die praktijk is bij iedere schoolleider anders. Vergelijk alleen al een school op het platteland met die in een grote stad.
Daarom pendelen onze opleidingen continu tussen theorie en de eigen praktijk van de schoolleiders. Daarvoor gebruiken we onder andere interactieve werkvormen. Dat is een stuk lastiger op afstand.
Toch lukt het ook binnen de virtuele mogelijkheden die we hebben nog vrij goed om die interactie te behouden. Onder andere doordat we ook online groepjes kunnen maken. Die vervolgens apart van elkaar aan de slag kunnen.
Zo zoeken we continu naar manieren om het onderwijs zo ‘normaal’ mogelijk door te laten gaan. Dat brengt allerlei issues met zich mee. Maar al met al gaat het best goed.”
Hoe richten jullie de sessies concreet in?
“Dat gaat om hele praktische keuzes. Zo knippen we de dag op in meerdere sessies van niet langer dan 2 uur. Want iedereen merkt nu hoe intensief het is om het online te doen. Door de dag op te delen, behandelen we tóch alle inhoud.
Daarnaast houden we heel bewust een check-in aan het begin. Dan vraag ik iedereen even hoe het gaat. Want deze tijd vraagt veel van iedereen, ook van schoolleiders. Niet alleen professioneel, maar natuurlijk ook persoonlijk.
Zo hoorden we van een deelnemer dat haar stiefvader net overleden was aan het virus. En haar moeder was ook al ziek. Gezien de maatregelen mocht ze niet naar haar toe. Heel schrijnend. Daarom was ze ook blij met de opleiding: iets wat ‘gewoon’ doorging in haar leven.
De meesten voelen het ook zo: de opleiding geeft houvast, regelmaat en afleiding in deze onzekere tijden. Anderen hebben daar meer gemengde gevoelens over. Aan dat gevoel geven we natuurlijk ook de ruimte.”
Hoe gaan de deelnemers als schoolleider om met Corona?
“In één woord: bewonderenswaardig. Het brengt bij iedereen het beste naar boven: veel daadkracht en creativiteit. Ze gedijen echt in deze situatie.
Zo is deze tijd in veel opzichten een prachtige praktijkcase. Sommigen zeggen ook: ‘Het is een vreselijke tijd. Maar als schoolleider kan ik nu het verschil maken. Daar geniet ik enorm van.’
Veel deelnemers ontdekken nu niet alleen hun kracht, maar ook dat dit vak echt bij ze past. Sommigen krijgen daardoor nét dat zetje dat ze nodig hadden. Ze gaan helemaal in de leerstand en komen los in hun rol. Dat is heel mooi om te zien.”
Wat mis je als docent het meest door dit onderwijs op afstand?
“De wisselwerking met de groep. Die momenten dat je een balletje opgooit, waarop iemand direct reageert, waarop weer andere reacties komen. Op zulke momenten ontstáát er iets, wat altijd tot waardevolle leermomenten leidt.
Maar dat gaat online niet. Je kunt op die manier niet op elkaar inspelen als je met 20 mensen tegelijk via Zoom contact hebt. Dan wordt het direct onoverzichtelijk, je verstaat elkaar niet meer, het duurt even voordat je überhaupt ziet wie iets zegt.
Ook vereist een videoconferentie een bepaalde discipline. Anders spreekt iedereen door elkaar. Daarom staan de microfoons uit, bijvoorbeeld. Dus voordat iemand iets kán zeggen, moet die eerst z’n microfoon aanzetten. Daar verlies je wel spontaniteit mee.
En daarmee ook humor! Dat mis ik eveneens enorm. Grappen die verluchtigen en binden. Zo leren we in deze tijd hoe belangrijk dat soort dingen zijn.
Overigens ben ik niet de enige; de studenten zeggen het ook: ‘Wat mis ik het contact met elkaar. De informele onderonsjes voor en na de lessen…!’
Wat wil je uit deze crisis behouden of meenemen naar de tijd ná Corona?
“Het belang van verbindingen, samenwerken en relaties. Ik zie dat schoolleiders er nu écht achter komen hoe belangrijk die zijn. Omdat we er voor elkaar (willen) zijn. Elkaar erdoorheen slepen. En samen veel voor elkaar krijgen.
Zo hadden we vóór de crisis een opdracht over cultuur. Daarvoor schreef een deelnemer hoe belangrijk hij het vindt om afstand tot zijn team te houden. Al dat ‘familiaire gedoe’ hoefde van hem niet. ‘Laten we vooral de organisatiedoelen nastreven.’
Toen brak de crisis uit. Hij zag hoe het team zich als een warm bad opstelde. Naar elkaar, de kinderen, ouders én naar hem. Daardoor zag hij hoe waardevol een positieve familiecultuur is. En ervaarde hij hoe blij en dankbaar hij is om daar deel van uit te maken. Een inzicht dat hij zonder de crisis nooit had gekregen!
Ook gun ik het onderwijs dat we veel meer blijven denken vanuit de bedoeling in plaats van het systeem. De bedoeling is: goed onderwijs regelen voor alle leerlingen. Maar paarse krokodillen staan die bedoeling nog weleens in de weg. Nu (even?) niet. Iedereen denkt: hoe kan het wél? En dat maakt enorm veel creativiteit los. Laten we dat vooral vasthouden.”
Heb je nog een gouden tip voor schoolleiders in deze tijd?
“Vertrouw op je intuïtie. Fouten horen erbij, zéker in deze tijd. Maar vaar op je eigen kompas; dan zit je zeker in de goede richting.
Je ziet ook dat er mildheid ontstaat tijdens Corona. Waar ouders voorheen snel met hun vuist op tafel sloegen, is er nu veel meer begrip. Samenwerking. Veel minder polarisatie. Ik hoop dat we ook dat meenemen.”