Functie: Onderwijsmanager
Opleiding: Master Educational Leadership
In 2021 ging onze nieuwe Master Educational Leadership (MEL) in première. De eerste lichting MEL-studenten is volop bezig hun leiderschap te verdiepen. Of, zoals wij het graag verwoorden: aan het doorgroeien naar excellent en betekenisvol leiderschap.
Maar wat betekent dat concreet in de praktijk? Hoe is de MEL opgebouwd, wat wordt er van de studenten gevraagd, en hoe ervaren zij dat? Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen, en wat kunnen ze ermee in hun dagelijkse praktijk als leidinggevende?
Om die vragen te beantwoorden, besloten we 2 MEL-studenten te volgen tijdens hun hele master. Cor van Wijngaarden spraken we voor de vierde keer. Hoe is het nu hem? In november 2021, maart 2022 en september 2022 interviewden we hem al.
Cor: “Leg mijn master-certificaat maar vast klaar!”
In september stond Cor aan de vooravond van de 2e fase van de MEL. Hij keek ernaar uit, maar er ook tegenóp. Want hij moest een veranderopdracht kiezen, om daar vervolgens onderzoeksmatig mee aan de slag te gaan. Inmiddels heeft hij de eerste 4 maanden achter de rug…
Hoe zijn de afgelopen 4 maanden van de MEL bevallen?
“In 3 woorden: puzzelen, kauwen en uitpluizen. Bijna niet te vergelijken met het vorige MEL-jaar, dat veel schoolser was met een taaiere leercurve. Dit is leuker. Heel pittig, maar ik heb er al een hoop van geleerd.
Voor iedereen is het een spannend semester. Bij iedereen speelde toch de twijfel: gaat het me lukken om de master te voltooien? Er zijn ook enkele deelnemers afgehaakt. Dat geeft wel aan hoe intensief de master is.
We hebben net de go/no-go-presentatie gehad ter afsluiting van de diagnosefase. Iedereen heeft een ‘go’ gekregen: we kunnen aan de slag met onze onderzoeksvragen. Dat zorgde voor een euforisch moment: nu gaat het ons lukken. Ik durf zelfs al te zeggen: leg het certificaat alvast maar klaar, want ik ga dit rocken.”
Wat is jouw onderzoeksvraag geworden?
“Mijn onderzoeksvraag is: ‘Hoe houden we mbo-2 studeerbaar?’
Dat onderwerp is ingegeven door de actualiteit. Want wij geven onder andere de opleiding Matroos binnenvaart (niveau 2). Daarvoor is nieuwe EU wet- en regelgeving, die zegt wat een matroos moet kennen en kunnen. Die (vrij rigide) basisvaardigheden moeten wij borgen en examineren. Hoe gaan we dat doen? Hoe doen andere scholen dat?
Maar het gaat om meer dan alleen de eisen. Want er spelen ook vragen als ‘hoe motiveren we de studenten hiervoor? Hoe houden we ze bij de les?’ Want als we alles uitvoeren wat de wetgeving voorschrijft, ben ik bang dat we het landelijk gemiddelde van 60% gediplomeerde uitstroom niet meer halen. Dan glijden we eerder af naar de 40%.
Om maar een voorbeeld te noemen: we hebben 3 Filipijnse studenten op de opleiding. Die spreken goed Engels, voldoende Nederlands én hun moedertaal. Maar volgens de wet moeten ze óók Duits leren. Mijn docent geeft aan: eigenlijk kunnen ze dit niet. En ik vind het ook onterecht, want ze spreken al 3 talen.
Zo zijn er meer groepen die op soortgelijke manier slachtoffer worden van een starre wet- en regelgeving, die onze flexibiliteit richting deze leerlingen beperkt.
Dus je begrijpt: er zit heel veel aan deze onderzoeksvraag vast. Maar voor ons is het een hele belangrijke, een hele relevante, een hele actuele. Mooi dat ik op deze manier mijn master – die veel tijd van me vraagt – direct relevant kan maken voor mijn schoolorganisatie.”
In september vertelde je dat je teams steeds zelfsturender werden. Hoe is dat nu?
“Daar zijn we – en zij vooral – nog steeds bewust mee bezig. Ik merk ook dat het steeds natuurlijker gaat.
Als we nu bezig zijn met praktische veranderingen in de inrichting van het onderwijs, bijvoorbeeld. Vroeger zei ik dan: ‘Goed, zo willen jullie het. Dit en dat heb ik gedaan, dus zo gaan jullie het doen.’ En dan zag ik mensen knikken in de zaal.
Dat doe ik dus niet meer. En dat hoeft ook niet, want nu pakken ze het zelf op. Deels omdat ik zelf een andere aanpak geleerd heb, door het bij de teams neer te leggen. Op mijn manier zorg ik wel dat ik nog faciliteer. Het is nu een samenwerking.”
Wat is er nog meer gebeurd op de master?
“We hebben een schaduwopdracht gedaan. Dan ga je bij elkaar op school kijken, op een niet-geregisseerde dag.
Van tevoren overleg je wel wáár je concreet op wilt schaduwen. Daarna schrijf je daar een verslag over, waarin je aan elkaar teruggeeft wat je opviel.
Het kostte me 3 weken om dat verslag te schrijven. Ik moest goed nadenken over wat ik ervan vond, wat het met me deed, etc. Misschien leerde ik nog wel meer over mezelf dan mijn schaduwpartner van mijn observaties.
Ik ben namelijk wel wat oordelend. Al snel denk ik: ik zou het anders doen. Maar dat zegt misschien meer over mij. Toen ik na de schaduwopdracht weer in mijn eigen school rondliep, kreeg ik dankzij het schaduwen verschillende ideeën.”
Wat staat er de komende maanden op het programma?
“Nu gaan we de fase van ‘vertragen en verdiepen’ in. Oftewel: we gaan nu veel dieper kijken naar de onderzoeksvraag. Daar heb ik zin in, want ik heb veel vragen te beantwoorden die verbonden zijn aan mijn hoofdvraag.
Alleen vraag ik me nog af wat NSO-CNA precies bedoelt met dat ‘vertragen’. Ze mogen dat even uitleggen, omdat ik juist het gevoel heb dat het gas erop gaat, haha! Maar dat wordt vast nog duidelijk.”
Aan het einde van dit studiejaar spreken we Cor weer. Dan horen we hoe zijn leiderschap zich weer verder ontwikkeld heeft.
Dit bericht delen met anderen kan makkelijk via ons bericht op LinkedIn.
Interviews met Cor
Dit is interview no. 4 met Cor van Wijngaarden, februari 2023
- In november 2021 spraken we Cor voor het eerst met de vraag waarom hij koos voor de MEL: “Wat opvalt is dat de MEL écht integraal is: niets staat op zichzelf.”
- In maart 2022 spraken we Cor opnieuw, dat lees je in deel 2 van deze reeks: ‘Zo kan ik de inhoud van deze modules en mijn eigen leerproces wederom direct matchen met de actualiteit.’
- In september 2022 begint Cor aan de tweede fase van de MEL. Tijd om terug te kijken en vooruit te blikken. De MEL heeft Cor al verschillende successen gebracht.
- In oktober 2023 spraken we Cor voor de 5e keer: “Ik wil niet terug naar de schoolleider die ik vóór de MEL was”