Functie: Onderwijsmanager
Opleiding: Master Educational Leadership
In 2021 ging onze nieuwe Master Educational Leadership (MEL) in première. De eerste lichting MEL-studenten is volop bezig hun leiderschap te verdiepen. Of, zoals wij het graag verwoorden: aan het doorgroeien naar excellent en betekenisvol leiderschap.
Maar wat betekent dat concreet in de praktijk? Hoe is de MEL opgebouwd, wat wordt er van de studenten gevraagd, en hoe ervaren zij dat? Voldoet de opleiding aan hun verwachtingen, en wat kunnen ze ermee in hun dagelijkse praktijk als leidinggevende?
Om die vragen te beantwoorden, besloten we 2 MEL-studenten te volgen tijdens hun hele master. Cor van Wijngaarden spraken we voor de vijfde keer. Hoe is het nu in oktober 2023 met hem?
Cor: “Ik wil niet terug naar de schoolleider die ik vóór de MEL was”
Aan het begin van dit jaar zat Cor vol zelfvertrouwen: hij had een ‘go’ gekregen voor zijn veranderopdracht, en heel veel zin om ermee aan de slag te gaan. Want de volgende stap was om met geplande interventies veranderingen in beweging te zetten op zijn school. Hoog tijd om te horen hoe het hem sindsdien is vergaan.
Is het gelukt om beweging te krijgen in je complexe vraagstuk?
“Ja, maar het is heel anders gelopen dan ik had verwacht. Want mijn vraagstuk was: ‘Hoe houden we mbo-2 studeerbaar?’ Waarbij ik redeneerde dat de opleiding voor veel studenten te complex werd door nieuwe EU wet- en regelgeving.
Mijn eerste interventie was een enquête onder de studenten. Om te horen wat ze moeilijk vonden aan de opleiding. En wat bleek? Ze vonden het juist een makkie! Vanwege die verrassende uitkomst moest ik mijn beeld van wat er aan de hand was, totaal bijstellen. Want als de opleiding niet (te) moeilijk is, waarom stoppen er dan zo veel studenten?
Het antwoord had te maken met de sociaal-economische achtergrond van de studenten: die bleek een grote rol te spelen in het wel of niet afmaken van de opleiding. Hoe komt dat? Na dieper graven bleek dat onder andere de motivatie om aan de opleiding te beginnen, van invloed is. En die verschilt per jongere, al naar gelang zijn of haar achtergrond. Een bepaalde groep kiest daardoor de verkeerde studie.
Dus hoe kunnen we, vanuit díe wetenschap, iets aan uitval doen? Daar hebben we het volgende voor bedacht én in gang gezet: we zijn een nieuwe opleiding aan het ontwikkelen. Daarin kunnen we studenten opvangen die uitvallen bij hun gekozen opleiding. Zodat ze – met een versneld traject – tóch een diploma kunnen halen.
Dan hebben deze jongeren in ieder geval hun startkwalificatie en zijn ze niet meer leerplichtig. Daarna kunnen ze rustig kijken wat ze nu écht willen. Zo helpen we ze jongeren naar een toekomst die ze zelf creëren. Dat vind ik zelf ook heel mooi, want die jongeren zitten in mijn hart.”
Dus uiteindelijk hadden jullie iets heel anders te doen dan jullie dachten
“Precies. En dat was in het begin wel lastig. Want het liefst wilde ik dichtbij mijn originele redeneerlijn blijven. Daar zat immers veel onderzoek en data – en dus veel moeite – in. En toen bleek ik ineens een heel andere kant op te moeten gaan.
Hetzelfde gebeurde ook bij andere interventies die ik inzette. Bijvoorbeeld in mijn team. Soms gingen de resultaten zelfs helemaal de ‘verkeerde’ kant op. Dat maakte me weleens onrustig. Maar ook dat heeft een laagje rijkdom. Ik kreeg er nieuwe inzichten door. Ik leerde dingen waar ik anders zelf niet op gekomen zou zijn.
En als je dan eenmaal bijstuurt, vind je vanuit een andere invalshoek opeens wél allerlei haakjes voor effectieve interventies. En kun je weer voortvarend aan de slag. Dan komt er soms een hele andere opdracht uit voort dan je had gedacht, zoals een heel nieuwe opleiding optuigen.
Zo helpt onderzoeksmatig werken – de methode die je jezelf aanleert tijdens de MEL – om uit je eigen bubbel te komen. En kun je op basis van data en goede argumenten dingen voor elkaar krijgen.”
Nu ga je je scriptie schrijven en de master afronden. Hoe kijk je vooruit?
“Ik ben blij als straks de master afgerond is. Want dan heb ik 1 dag extra tijd om met mijn bevlogen collega’s een dijk van een opleiding neer te zetten.
Daarom is het zo mooi dat de masteropleiding zo toegespitst is op je eigen school en werkomgeving: de eerste bewegingen zijn ingezet, en daar bouwen we straks op voort. De veranderopdracht is immers nog niet ‘klaar’ als ik mijn diploma krijg.
Tot die tijd is er nog een hoop te doen voor de master. Zo heb ik vóór de herfstvakantie nog een interventie gepland, die ik mee wil nemen in mijn scriptie. De scriptie zelf is een forse klus. Maar het gaat gewoon lukken, want ik laat mijn masterdiploma nu niet meer schieten. Er zijn de afgelopen 2 jaar wel meer momenten geweest waarop we allemaal dachten: ‘Hoe gaan we dit voor elkaar krijgen?’ Maar het is steeds gelukt, dus nu gaat dit ons ook lukken.
En na de master gaat mijn ontwikkeling gewoon verder. Het zou ook doodzonde zijn om alles wat ik geleerd hebt, weer overboord te kieperen. Dat wil ik ook helemaal niet. Ik wil niet terug naar de schoolleider die ik vóór de MEL was.”
Wat bedoel je daarmee?
“Vóór de master was ik een ander mens, een andere leider. Als voorheen iets me niet zinde, ging ik er soms met gestrekt been in en fikte ik de boel af. Bij NSO-CNA werd ik me daarvan bewust, en leerde ik anders te reageren.
Soms lees ik een e-mail van mezelf terug uit de tijd vóór de MEL. En dan snap ik waarom collega’s nú af en toe vragen: ‘Heb jij die e-mail écht gestuurd?’ De master heeft in sommige opzichten een ander mens van me gemaakt.
Nu zet ik me niet meer af tegen iets waar ik last van heb. In plaats daarvan vraag ik me af: ‘Wat zegt dat over mij?’ Wat is mijn visie? Waar geloof ik in? En van dááruit reageer ik op een verbindende manier.
Verbinding maken. Dat was mijn eerste leerdoel toen ik startte met de master. Nou, dat doel heb ik behaald. Die verbinding voel ik nu dan ook op mijn werk. En het begint allemaal met goed naar mezelf kijken. Dat doe ik nu iedere dag.
Zo blijf ik de kwetsbaarheid opzoeken. Terwijl ik natuurlijk óók een ‘stevige’ kant behoud, want ik blijf schoolleider. Maar daarbij reflecteer ik continu: wat ben ik nu aan het doen? Wat betekent dat voor de ander? Waar raakt het mij, en wat heb ik dan te doen? Waar schiet ik als schoolleider tekort?
Dat reflecteren kost me misschien een kwartiertje per dag. Maar door dat consequent te doen, zijn er mooie dingen gebeurt de afgelopen 2 jaar.”
Na januari spreken we Cor weer. Dan horen we hoe het schrijven van zijn scriptie ging…én of hij zich Master of Educational Leadership mag noemen!
Interviews met Cor
Dit is interview no. 5 met Cor van Wijngaarden, oktober 2023
- In november 2021 spraken we Cor voor het eerst met de vraag waarom hij koos voor de MEL: “Wat opvalt is dat de MEL écht integraal is: niets staat op zichzelf.”
- In maart 2022 spraken we Cor opnieuw, dat lees je in deel 2 van deze reeks: ‘Zo kan ik de inhoud van deze modules en mijn eigen leerproces wederom direct matchen met de actualiteit.’
- In september 2022 begint Cor aan de tweede fase van de MEL. Tijd om terug te kijken en vooruit te blikken. De MEL heeft Cor al verschillende successen gebracht.
- In februari 2023 spraken we Cor opnieuw: “Leg mijn master-certificaat maar vast klaar!”
‹ Alle klantervaringen Master Educational Leadership