Persoonlijk Leiderschap
start 25 september 2019

Lucia van der Velden
Master Educational Leadership

Lucia van der Velden 01
School: Basisschool ‘t Kofschip
Functie: Directrice
Opleiding: Master Educational Leadership

Lucia van der Velden genoot als kind 1 jaar Montessori-onderwijs. De ruimte die ze daar ervoer, gunde ze alle kinderen. Maar als leerkracht van een traditionele school had ze daarvoor te weinig invloed. Dat maakte dat zij de schoolleidersopleidingen ging volgen. Nu heeft ze ook een master gedaan. Waar kwam die drive vandaan, en wat kan een master betekenen voor een leidinggevende in het primair onderwijs?

Waarom wilde je al vroeg in je carrière een schoolleidersopleiding gaan doen?

“Op de dorpsschool waar ik werkte, was het onderwijs vrij traditioneel en frontaal. Echt het tegenovergestelde dan het basisonderwijs dat ik zelf genoot. Op het Montessori kreeg ik als leerling meer vrijheid om keuzes te maken en ruimte om zelf na te denken. Daardoor was ik veel meer betrokken bij waar ik mee bezig was.

Dat type onderwijs gun ik alle kinderen – én leerkrachten. Eerst probeerde ik in mijn eigen klas een kentering te maken. Maar toen liep ik al snel tegen de grenzen van het onderwijssysteem van de school aan. Dus ging ik verder kijken: wat als ik leidinggevende word?

Zo volgde ik na 7 jaar lesgeven al de schoolleidersopleidingen. Gelijktijdig werd ik aangenomen als adjunct-directrice van een kleine school.”

Je bent daarna 6 jaar onderwijsadviseur geweest. Hoe kwam dat?

“Ook als adjunct had ik te weinig invloed om echt veranderingen in te zetten, vanwege een erg traditioneel ingestelde directeur. Vanwege een scholingstraject binnen onze Stichting, onder leiding van een adviesbureau, werd ik geïnspireerd om onderwijsadviseur te worden. Ik was nieuwsgierig hoe het op andere scholen ging en welke invloed ik daar als adviseur kon uitoefenen, en welke ervaringen ik zou opdoen.

Wat mij op den duur echter geen voldoening meer gaf, was dat ik die verandertrajecten vaak niet kon afmaken. Want ik werd immers van buitenaf ingevlogen. Zodra een school vond dat ze het zelf wel konden – of simpelweg omdat ik te duur was – moest ik weer weg. Daarnaast miste ik het om onderdeel van een schoolteam te zijn.

Toen kreeg ik de kans om directrice te worden op de scholen van de stichting waar ik ooit lesgaf. Ik zag het als een enorme uitdaging om wat ik geleerd had als onderwijsadviseur, toe te passen als schoolleider.”

Juist in het po maak je met een master sneller slagen

In 2021 startte je met de Master Educational Leadership. Waarom?

“De OSL-opleiding deed ik best vroeg en jong. In deze fase van mijn carrière merkte ik dat ik weer de drang had om me verder te ontwikkelen als leidinggevende. Ik wilde onderzoekend leidinggeven. En ontdekken wat dat teweeg zou brengen, zowel bij mijn team als de leerlingen.

Daarnaast ben ik ambitieus en had ik altijd al de wens om een master te volgen. Op een gegeven moment heb je ervaring opgedaan en ongemerkt allerlei patronen ontwikkeld. Ik was nieuwsgierig naar wat ik zou ontdekken: was ik wel de leider die ik wilde zijn?

Gelukkig kon ik ook rekenen op een inspirerend en bevlogen team. Ik wist: ‘Zij willen een mastertraject wel met mij aan.’ Want ik wist dat een master geen opleiding is die je in je uppie doet, opgesloten in een kamertje. Nee, tijdens een master ga je echt samen met je team lerend op weg. Dat leek me een mooie uitdaging.

Ik heb verschillende masters overwogen. NSO-CNA stond goed aangeschreven. En, heel praktisch: Diemen is voor mij een half uur rijden. Dat speelde ook mee.”

Niet veel basisschooldirecteuren doen een master. Waarom zouden ze dat wél moeten doen?

“Omdat je júist in het primair onderwijs snel slagen kunt maken. Je hebt immers ‘slechts’ te maken met ongeveer 250 leerlingen en een team van 20 personen. Vergelijk dat eens met het voortgezet onderwijs, waar het gaat om een veelvoud daarvan.

En juist vanwege dat kleine team ontstaat vaak een familiaire cultuur: de meeste leerkrachten werken er al járen, men doet koffie samen, ziet elkaar buiten school om ook vaak… Dat brengt een bepaalde samenwerking voort, werkt bepaalde patronen in de hand. Maar die samenwerking in kaart brengen? Ontdekken welke patronen resultaten belemmeren? Dat is complex. Een master helpt je daarbij: die tilt je naar een hoger niveau. Zodat je zicht krijgt op waar het anders moet.

Daarnaast krijg je de belangrijke vraagstukken van jouw school in beeld. Dus waar het veranderpotentieel ligt. Zodat je met het team lerend onderweg kunt gaan om daar iets aan te doen. Om samen iets teweeg te brengen.

Zonder de master had ik dat denkniveau nooit bereikt. En die onderzoekende houding kon ik ook relatief eenvoudig overbrengen op mijn team. Dat is echt een voordeel in het po, met kleine teams.”

Hoe heeft de opleiding je precies geholpen in je dagelijkse praktijk?

“Op onze school waren we heel erg oplossingsgericht: er is een probleem en dat gaan we oplossen. Zo was ik óók als schoolleider: heel planmatig en inhoudelijk. Dat zie je vaker op het PO; leerkrachten zijn over het algemeen ‘doeners’ en niet gewend een onderzoekende houding aan te nemen.

Dankzij de master ging ik die patronen in onze samenwerking herkennen: iedere keer weer een nieuw plan bedenken en uitvoeren, waarna er wéér een nieuw plan kwam. Allemaal vanuit enthousiasme en bevlogenheid. Maar daardoor hadden we niet meer goed in kaart wat we nou eigenlijk deden, en wat we te doen hadden. En de resultaten? Die waren er niet genoeg.

Zo hadden we 3 jaar achtereen een dalende trend op de citoscores, met name op het vlak van taal en lezen. Onze leerlingen lagen niet op niveau. Toen werd het opeens complex. Want wij dachten dat we zo goed en vernieuwend bezig waren. Maar dat zagen we dus niet terug in de resultaten.

Vanuit de master gingen we onderzoeken hoe dat kwam. Daaruit kwam naar voren dat al die plannen gebaseerd waren op wat we ‘leuk’ vonden en een ideaalbeeld van hoe de school eruit moet zien. En niet op basis van wat we in de klas doen en wat vervolgens het effect op leerlingen is.”

Wat doen jullie nu anders op basis van die inzichten?

“We zijn helemaal gaan inzoomen op wat de leerkracht doet, het effect daarvan op de leerling, en of dat is wat we willen. Dat onderzoek leidde tot een bewuste én wetenschappelijk onderbouwde keuze voor een methode waarin bepaalde pijlers van begrijpend lezen leidend zijn. Nu evalueren we ook de resultaten van onze interventies, evenals onze samenwerking.

Dus in plaats van wat we voorheen deden – vanuit enthousiasme allerlei nieuwe treintjes laten denderen, zonder haltes om te checken of ze nog goed rijden – hebben we nu overzicht over het spoor – hoeveel treinen rijden er, en lopen ze allemaal?

We zien nu dat de cito-resultaten stijgen. Het is nog te vroeg om met zekerheid te zeggen dat dat door onze nieuwe werkwijze komt. Maar tegelijkertijd denk ik: dat kán bijna niet anders.”

Wat vind je bijzonder aan de master van NSO-CNA?

“Het is een hele professionele organisatie én opleiding. De docenten en andere betrokkenen hebben echt kennis van gebieden als onderzoeks- en veranderkunde. En ze hebben niet alleen heel veel kennis van de literatuur, regelmatig hadden ze die zélf geschreven. Dat vond ik erg cool, dat ik een boek las van iemand die tijdens de master kwam spreken.

Daarnaast vond ik de aandacht voor mijn eigen persoonlijk leiderschap heel sterk. Bijvoorbeeld wat mijn biografie is, en wat ik daarvan nu nog meedraag. Dingen die mijn leiderschap helpen óf juist in de weg staan. Dat geeft ontzettend veel inzichten in mezelf, en waar ik aan wil werken.

Toegegeven: niet alles ging soepel. Ik behoor tot de eerste lichting MEL-studenten (Het curriculum van de MEL werd vernieuwd en in 2021 startte de eerste groep). Daardoor merkten we wel dat NSO-CNA soms ook nog zoekende was, en ons vroeg om mee te reflecteren. Daar had ik af en toe wel last van, bijvoorbeeld wanneer opdrachten tussentijds wijzigden. Maar ook daar gingen ze professioneel mee om. De volgende lichtingen zullen daardoor een gepolijste master krijgen.”

Waarom moeten alle schoolleiders in het po de MEL gaan doen?

“Ben je directeur of directrice en wil je meer weten over veranderkunde, en hoe je met je team echt veranderingen teweegbrengt? Zie je het als een mooie uitdaging om samen lerend op weg te gaan? Wil je weten hoe je in je persoonlijk leiderschap staat, en wat het effect daarvan is op jezelf en je team? Dan moet je dit gewoon doen.

Maar let op: je leven moet wel in balans zijn, zowel op het werk als privé. Je moet een stabiele relatie hebben, niet tussendoor moeten verhuizen, en geen kind krijgen in die periode. Daarnaast moet je ook op school de tijd en ruimte hebben én krijgen. Met een team dat er ook voor openstaat. Want de opleiding is gewoon heel pittig. Het is 2,5 jaar onderdeel van je leven.

Persoonlijk ben ik heel blij dat ik het gedaan heb. Want samen met mijn team bereiken we nu veel meer resultaat. Hoe ik nu mijn team kan meenemen, hoe ik ze anders kan leren kijken naar vraagstukken…dat had ik ze nooit kunnen geven zonder deze opleiding. En júist in het po slaag je hier sneller in, omdat je te maken hebt met kleinere teams.”

Lucia van der Velden 04

‹ Alle klantervaringen Master Educational Leadership
Spring naar toolbar