Ouders bij de les
Nico Duivenvoorden, februari 2016
Een belangrijke taak van docenten en schoolleiders is het optimaliseren van de leerrendementen van leerlingen (Marzano, Waters & McNulty, 2005) en een sterke samenwerkingsrelatie tussen de school en ouders speelt daarbij een stimulerende rol (Hattie, 2009).
Het primaire doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen wat verschillende actoren (leerlingen, docenten en ouders) verwachten ten aanzien van de begeleiding van huiswerk door ouders. Door een beter beeld te krijgen van de realiteit zal het Christelijk Lyceum Delft effectiever in staat zijn haar huiswerkbeleid onder de loep te leggen en, waar nodig, te verbeteren. Centraal in het onderzoek stond het gebruik van semigestructureerde interviews. Hieraan hebben 49 ouders, 15 docenten en 15 brugklasleerlingen meegedaan.
In de literatuur over dit thema vond de onderzoeker het drie-fasen model van Coulter ( 1979). In het model worden drie fasen van huiswerk onderscheiden, elk onderverdeeld in een aantal subcategorieën. De onderzoeksvraag richt zich primair of de middelste fase van het model, de maakfase. De maakfase bestaat uit vier deelaspecten:
- studievaardigheden: is er sprake van aandacht voor ontwikkeling van leerstrategieën, voor het HOE van het leren?
- leeromgeving: is de leeromgeving thuis condusive to learning (stimulerend voor leren)? Wordt afleiding beperkt? Zijn er afspraken over de inrichting/inzet van de studieplek?
- hulp bij huiswerk: worden leerlingen overhoord, gecontroleerd? Krijgen ze inhoudelijke hulp/uitleg als ze iets moeilijk vinden, et cetera?
- (eventueel) extra’s: is er sprake van de inzet van derden, van bijlesgevers of huiswerkbegeleiding bijvoorbeeld?
Uit de resultaten van het onderzoek concludeert de onderzoeker dat meningen over hetgeen van ouders verwacht mag worden op een aantal deelaspecten sterk uiteen lopen. Door leerlingen wordt hulp bij huiswerk veelal geassocieerd met een combinatie van bijles/uitleg en controle. Docenten schrijven ouders voornamelijk een stimulerende, overhorende rol toe. Maar ook zaken als het geven van aandacht aan netjes werken en het creëren van een rustige leeromgeving zonder constante afleiding staan voor docenten hoog op de agenda van taken voor ouders. Veel ouders, echter, voelen zich niet toegerust om datgene te doen dat zij van zichzelf verwachten, namelijk dat zij ‘breed’ in staat zijn om te helpen met het ontwikkelen van diverse studievaardigheden. Met name ouders leggen de lat voor zichzelf hoog, ze zoeken actief de balans tussen ondersteunen en loslaten. Leerlingen achten de invloed van hun ouders geringer dan hun ouders zelf. Hoewel de focus van het onderzoek bij de rol van ouders ligt zijn ook een aantal zaken duidelijker geworden die met de andere twee fasen van huiswerk te maken hebben, de opgeef- en terugkomfasen. Conclusies hierover staan niet in dit onderzoek maar er zijn aanwijzingen dat het ouders frustreert dat zij veel moeite moeten doen om erachter te komen wat het huiswerk (nou precies) ís en dat docenten een hoge mate van zelfstandigheid van leerlingen eisen/verwachten t.a.v. huiswerk(planning.) Naar aanleiding van dit onderzoek dient zich een aantal uitdagingen aan: Hoe kunnen we ouders effectief ondersteunen/begeleiden bij het vinden van een goede balans tussen wat zij thuis wel en niet moeten doen volgens docenten? En wat kunnen docenten doen om huiswerkgedrag van leerlingen te verbeteren, om huiswerk een gewichtiger rol toe te bedelen in het leerproces van onze leerlingen? De onderzoeker acht het raadzaam om ook onderzoek te doen naar het gedrag van docenten tijdens de omliggende fasen van huiswerk; Waarom worden (bepaalde) huiswerkopdrachten gegeven? En, wat is de meest effectieve manier om feedback te geven op het (thuis) gedane werk? Verder onderzoek kan een impuls geven aan de professionaliteit van docenten, aan huiswerk-gerelateerd gedrag van docenten.
Lees meer in de meesterproef. Klik hier om deze te downloaden.