Persoonlijk Leiderschap
start 25 september 2019

MEL in het middelpunt:
Module Ontwikkelingsgericht Leiderschap

Dit bericht is geschreven op 20 april 2021

In onze serie ‘MEL in het middelpunt’ leer je meer over onze Master Educational Leadership. We zoomen in op wát studenten leren, hóe ze leren en welke overwegingen daaraan ten grondslag liggen.

Hieronder staat de module Ontwikkelingsgericht Leiderschap centraal. Studenten volgen deze module in fase 1 van de master. Daarnaast is deze module ook als losse opleiding te volgen.

Aan het woord is Karin Derksen, docent van deze module.

Wat leren studenten in de module Ontwikkelingsgericht Leiderschap?

Karin Derksen, Docent en begeleider onderzoek, NSO-CNAKarin: “In deze module ontdekken studenten hoe ze ontwikkeling in hun school kunnen stimuleren en begeleiden. Met name door in de praktijk daaraan te werken, op 3 niveaus:

  • Individueel
  • Team
  • Organisatie

Het uitwerken van de opdrachten gaat heel gestructureerd, stap-voor-stap. Bijvoorbeeld bij het stimuleren van individueel leren en ontwikkelen:

  1. Studenten analyseren eerst hoe professionals leren in de school. Hiervoor nemen ze onder andere interviews af.
  2. Vanuit deze analyse voeren ze een paar gerichte coachgesprekken met medewerkers. Deze gesprekken nemen ze op.
  3. Vanuit de opnames reflecteren de studenten op hun handelen. Ook krijgen ze hier peer-feedback op van medestudenten.

Voor het ontwikkelen van een team, maken ze vanuit een analyse een ontwikkelplan met hun team. Vanuit dit plan voeren ze een concrete interventie uit in het team.

Rondom het leren van de organisatie onderzoeken studenten patronen in hun organisatie die daarin behulpzaam of belemmerend zijn.

Studenten gebruiken altijd vraagstukken uit de eigen school. Zo leren ze niet alleen zelf, maar helpen ook het leren van hun organisatie vooruit.”

Hebben studenten wel tijd om alle opdrachten uit te werken?

“Dat is inderdaad veel werk. Het zijn echter grotendeels werkzaamheden die deel van hun dagelijkse werk uitmaken.

Afhankelijk van hun functie, kiezen ze wat voor hun situatie het meest relevant is.”

Er is ook veel aandacht voor dialogen voeren. Waarom is dat?

“Als je met professionals werkt – in dit geval docenten en andere schoolleiders – moet je ze serieus nemen. Zij hebben immers verstand van hun vak. En dat betekent onder meer de dialoog voeren, zodat je samen ontwikkelt in de school. Dialoog voeren is ook een belangrijke coachingsvaardigheid voor schoolleiders.

Dit komt voort uit onze gedachte dat je als schoolleider niet de wijsheid in pacht hebt. Je bent ‘maar’ een schakel in het geheel. Van die schakels een sterker geheel maken, dát moet je kracht zijn als schoolleider. En niet dat je zelf ‘alles’ weet, of alles ‘beter’ weet.”

Heb je nog een mooi voorbeeld van zo’n ontwikkelopdracht?

“Rondom teamwerk is er meestal nog veel winst te behalen. Want veel onderwijsteams voldoen niet aan een aantal basisvoorwaarden. Zo zijn ze vaak te groot, hebben geen gemeenschappelijk doel of zijn niet van elkaar afhankelijk om dat doel te realiseren.

En wat gebeurt er dikwijls als een team niet functioneert? Dan wordt er een dag teambuilding tegenaan gegooid. Waar mensen weinig zin in hebben, want het kost weer extra tijd en energie. En de opbrengst is vaak nihil.

Onze studenten leren om in dit soort situaties juist éérst te onderzoeken wat er aan de hand is, waarom functioneert het niet, wat speelt er vanuit verschillende perspectieven? En op basis daarvan gericht actie te ondernemen.

Zo was er een student die aan de slag ging met het docententeam van de opleiding bedrijfskunde. Op papier waren ze een ‘team’, maar in de praktijk bereidden ze hun lessen individueel voor. Er was geen enkele noodzaak om samen te werken. Sterker nog: dat vonden ze alleen maar ‘lastig’.

Na een grondige analyse richtten ze het onderwijs anders in: ze gingen met geïntegreerde praktijkopdrachten werken. Bijvoorbeeld: het vak Nederlands werd geïntegreerd met het schrijven van een adviesrapport.

Daardoor ontstond er een noodzaak en meerwaarde om gezamenlijk les te geven en écht samen te werken. En dat vonden ze niet erg: ze waren juist heel blij met deze verandering. Want het hele onderwijs werd er praktijkgerichter van. Dat wilden ze al heel lang voor elkaar krijgen, maar dat lukte steeds niet goed.

Én voor de studenten werd de opleiding leuker en aantrekkelijker. Want in plaats van ‘droog’ zinnen ontleden en spellingsregels stampen, werkten ze gericht aan hun schrijfvaardigheid.

Dát is ontwikkelingsgericht leiderschap, en dat is wat onze studenten in deze module leren.”

De opleiding

De Master Educational Leadership bestaat in het eerste jaar o.a. uit 4 modules die ook los te volgen zijn:

Daarnaast zijn er in de MEL 4 leerlijnen. Een leerlijn komt in het hele curriculum – impliciet of expliciet – terug. 

Spring naar toolbar