Dynamische, hybride en interactieve leiderschapspraktijken
Er is een dynamisch en contextafhankelijk samenspel van systeem-, bestuurlijke, professionele en maatschappelijke krachten van invloed op de kwaliteit van onderwijs. Schoolleiders hebben vanuit hun positie de mogelijkheid om bij te dragen aan krachtige koppelingen en aan coherentie (alignment) van deze krachten, responsief naar wat er in de situatie nodig is. Ze gaan creatief en gewetensvol om met de spanningsvelden die ontstaan doordat ze omgaan met individu én collectief, leefwereld én systeemwereld en stabiliteit én verandering. Schoolleiderschap is een sociaal en interactief fenomeen: er is pas sprake van leiderschap als die invloed wordt ervaren door de anderen en er reactie volgt. Schoolleiders hebben om te gaan met deels tegenstrijdige belangen. Ze hebben meerdere rollen en perspectieven in te nemen die lastig te verenigen zijn. Binnen deze dynamische, interactieve en hybride beroepspraktijk is het aan schoolleiders om afgestemd op de situatie zowel regie te nemen als ruimte te bieden; om te sturen en los te laten; om meerstemmigheid serieus te nemen terwijl de weg vooruit misschien juist eenduidigheid vraagt. De solistische actie van de schoolleider kan van groot belang zijn in de ene situatie, terwijl in een andere situatie het alleen goed gaat als er ook sprake is van de meer organische gezamenlijke leiderschapspraktijken van de groep mensen in de meerlagige en meerdimensionele omgeving waarin leiderschap zich manifesteert. In onze visie doen de hybride gezamenlijke leiderschapspraktijken er meer toe doen dan de persoon die leidt.
Persoonlijk en waardengedreven leiderschap met een onderzoekende grondhouding
In voortdurende transformatie om bij te blijven bij wat er in de wereld nodig is, staat de schoolleiding voor de strategische richting waarin het onderwijs op school zich begeeft. In het leidend zijn speelt persoonlijk en waardengedreven leiderschap hoe dan ook een rol: met taal en aanwezigheid sturen leiders in interactie met anderen en de omgeving op wat zij wenselijk achten en wat zij verwachten dat in een bepaalde context werkt. Er is ook sprake van sturing als een schoolleider niets zegt of doet. Mede daarom is het van belang om een lerende leider te zijn. Zelfreflectie, verdieping en bezinning maken onderdeel uit van de beroepspraktijk van de schoolleider. Een onderzoekende houding is de basis. In formeel en informeel onderzoek, en met het delen van praktijkgerichte kwalitatieve interpretaties, kan een schoolleider inzicht verwerven in andere perspectieven, ontdekkingen doen over zichzelf in relatie tot de omgeving, komen tot procesmatige distantie, en patronen en systemen gaan zien. Dit komt tot uitdrukking in een blijvend verlangen naar verdere ontwikkeling en leren, in het moreel kompas, de dialoog en het doorzien van zaken en situaties. Daarmee brengt de schoolleider betekenisvolle verbanden aan in het eerdergenoemde hybride samenspel.
Een evenwichtig, vernieuwend en toekomstgericht profiel
We hechten aan een beroepsprofiel dat recht doet aan de dynamische en veelzijdige beroepspraktijk van de schoolleider en aan de kracht van persoonlijk leiderschap. Een beroepsprofiel dat inspireert om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan. Voortbouwend op de (inter)nationale voorbeelden, met onderbouwing uit de praktijk en op basis van de wetenschappelijke literatuur, benadrukken we de passie van de waardengedreven schoolleider die persoonlijke leiderschapsbronnen ontwikkelt en tot uiting laat komen in de meer gezamenlijke (hybride) leiderschapspraktijken. De schoolleider verbindt de leiderschapspraktijken met de toekomst van het onderwijs, de school en de samenleving; reflecteert op wat er van buiten de school naar binnen komt en andersom; en is daarmee evenwichtig én vernieuwend aanwezig.
Het (dreigende) lerarentekort in het onderwijs maakt de instroom van beginnende leraren essentieel. Uit onderzoek blijkt echter dat de uitval van beginnende leraren hoog is: 18 procent van de beginnende leraren in het PO, 31 procent in het VO en maar liefst 45 procent in het MBO is na vijf jaar niet meer werkzaam in dezelfde sector (onderzoek door DUO, zie deze factsheet). De overgang van de lerarenopleiding naar de onderwijspraktijk gaat voor menig beginnend leraar gepaard met een zogenaamde praktijkshock. De ervaringen die je als beginnende leraar opdoet, maken indruk, brengen verwarring en teleurstelling. Een kwestie van betere voorbereiding en begeleiding zou je denken. Onderzoek richt zich dan ook op verbeteringen in de lerarenopleiding, zoals samen opleiden in opleidingsscholen. Of op het stellen van hogere eisen op gebied van de competenties van de beginnende leraren. Denk aan ‘alle leraren master’. Ook wordt gekeken naar verbeteringen in de begeleiding tijdens de inductiefase: begeleiding op school of via extra cursussen.
De praktijkshock wordt vooral gerelateerd aan het lesgeven van beginnende leraren. Maar niet alleen het zelfstandig lesgeven is nieuw in het professionele zelfverstaan; een beginnende leraar maakt ook kennis met de school als werkomgeving. Stel je voor: je begint als 26-jarige je leraarschap op je eerste school. Je hebt tijdens de opleiding wel stagegelopen op scholen, maar nu begin je toch echt met je eerste volwaardige aanstelling. Je bruist van de ideeën en ambities als je na de zomervakantie de school binnenloopt. Maar dan!? Waar kom je dan terecht? Hoe gaat de school met jou, als beginnende leraar, om? Wat gaat er in jou om? Wat komt er terecht van jouw ideeën en ambities? Is dit de inspirerende omgeving voor de interessante professionele loopbaan waaraan jij hoopt te beginnen? Is dit de inspirerende werkomgeving waarvan jij als kersverse professional blij wordt en je aan wil verbinden?
Wij zijn benieuwd in welke zin en mate reflecties over de school als werkomgeving een rol spelen bij de ‘praktijkshock’. We vragen ons af of er in de begeleiding vanuit de school of opleiding aandacht is voor dergelijke reflecties en er ondersteuning geboden wordt. Sinds 2014 doen studenten onderwijskunde bij de UvA onderzoek op dit thema. De eerste onderzoeken wijzen uit dat hier winst te boeken valt in het behoud van startende leraren voor het onderwijs. We vatten in deze reeks van berichten de resultaten samen.
Lees je mee? Vindt je er iets van? Reageer op de discussie op LinkedIn.
Op 1 juni 2021 hield Bart Schipmölder tijdens de week van Samen Opleiden een lezing over leiderschap en het sturen van samenwerken.
Hoe ontwikkelt samenwerking zich in de tijd en hoe houd je deze sprankelend en van betekenis? Niet de urgentie maar vooral de relevantie motiveert tot creatie. Tijdens deze lezing bevraagt Bart Schipmölder je op de vraag wat jij wilt creëren in het partnerschap. Om te kunnen sturen is het nodig dat de doelen gedeeld en helder zijn en je patronen gaat herkennen in de samenwerking. Welke patronen maken deze sterker en welke staan deze in de weg?
Op deze pagina vind je nog wat achtergrondmateriaal bij de lezing.
Wil je voor jouw organisatie een presentatie en gesprek over teamgericht werken en teamontwikkeling? Neem dan via de mail contact met ons op of bel 020-5682030.